Weet je nog schat, van die zuurkool in 't vat en de pannetjes op het fornuis Jij was aan 't wekken, de soep stond te trekken De soep gaf zo'n geur aan ons huis Toen was het leven een feest oor je buik Toen kwam het eten nog niet uit een luik Pan op het vuur, karbonaadjes in 't zuuren de bonen zo fris in de dop Keukentje helder en melk in de kelder met 's morgens de room er al op Toen was het leven een feest oor je buik Toen kwam het eten nog niet uit een luik 't Rollen van deeg bracht zo'n honger teweeg Want het smaakte zo zacht en zo zoet Maar de taart die jij bakte, helaas hij verzakte Ach moeder hij lukte nooit goed Toen was het leven een feest oor je buik Toen kwam het eten nog niet uit een luik