G D A D
Eh, goeie morgen, luisteraars,
G D A D A
hier is dan weer Ome Joop met zijn carnavalskraker.
[Chorus]
D A
Tingelingeling, wat is dat voor een ding?
A D
Toedeloedeloe, wat is dat voor gedoe?
D D7 G
Wat is dat voor gedoe, toedeloedeloe?
G D A D A
Wat is dat voor een ding, tingelingeling?
D A
Tingelingeling, wat is dat voor een ding?
A D
Toedeloedeloe, wat is dat voor gedoe?
D D7 G
Wat is dat voor gedoe, toedeloedeloe?
G D A D
Wat is dat voor een ding, tingelingeling?
[Interlude]
A A A A
[Verse 1]
D D D A
De hele dag geschreeuw, gebleir, gekrijs en nog veel meer,
A A A D
ik kan er niet meer tegen, joh, m'n oren doen zo'n zeer.
D D D G
Ik doe geen oog meer dicht al lig ik uren in mijn bed
E7 E7 E7 A
en als het me dan wel lukt gaat m'n buurman naar 't toilet.
[Chorus]
D A
Tingelingeling, wat is dat voor een ding?
A D
Toedeloedeloe, wat is dat voor gedoe?
D D7 G
Wat is dat voor gedoe, toedeloedeloe?
G D A D A
Wat is dat voor een ding, tingelingeling?
D A
Tingelingeling, wat is dat voor een ding?
A D
Toedeloedeloe, wat is dat voor gedoe?
D D7 G
Wat is dat voor gedoe, toedeloedeloe?
G D A D
Wat is dat voor een ding, tingelingeling?
[Interlude]
A A A A
[Verse 2]
D D D A
M'n buuman die speelt schuiftrompet, z'n vrouw de saxofoon,
A A A D
m'n bovenbuur is drummer en dat leert ie aan z'n zoon.
D D D G
De buren rechts zijn orgel-gek, de hele dag maar door,
E7 E7 E7 A
en onder mij daar repeteert het Urker mannekoor.
[End-Chorus]
D A
Tingelingeling, wat is dat voor een ding?
A D
Toedeloedeloe, wat is dat voor gedoe?
D D7 G
Wat is dat voor gedoe, toedeloedeloe?
G D A D A
Wat is dat voor een ding, tingelingeling?
D A
Tingelingeling, wat is dat voor een ding?
A D
Toedeloedeloe, wat is dat voor gedoe?
D D7 G
Wat is dat voor gedoe, toedeloedeloe?
G D A D D
Wat is dat voor een ding, tingelingeling?
