| C | C | C | G7 |
| G7 | G7 | G7 | C |
[Verse 1]
C
Vaak zeg ik: "Vrouwtjelief, ik loop nou vlug,
G7
heel even naar 't café, 'k ben zo weer trug".
G7
Maar daar tref ik dan Jan en alleman.
C
Die weer een rondje geven en wat doe je dan?
[Verse 2]
C
Dan zeg je niet: "Ik mag niet van mijn vrouw".
G7
En voor je 't weet dan ben je al weer blauw.
G7
En kom ik thuis zo rond een uur of vier.
C
Dan zie ik alles dubbel van het vele bier.
[Chorus]
G C
Brabantse nachten zijn lang.
G
Brabantse nachten zijn lang.
G
Ze komen vaak langzaam op gang.
Am G C
Ja, maar dan, ja, maar dan.
[Verse 3]
C
Ik heb een tik, dat vindt u vreemd misschien.
G7
Ik kan geen lege glazen voor me zien.
G7
En ook van volle glazen word ik gek.
C
Maar dat los ik wel op, ik ledig ze direk.
[Verse 4]
C
Daarom vind je me meestal in de kroeg.
G7
En daar zit ik dan vaak tot 's morgens vroeg.
G7
Ik denk dan over alles, heel goed na.
G C
Ook aan de smoes die ik m'n vrouw vertellen ga.
[Chorus]
G C
Brabantse nachten zijn lang.
G
Brabantse nachten zijn lang.
G7
Ze komen vaak langzaam op gang.
G C
Ja, maar dan, ja, maar dan.
[Verse 5]
C
Hang ik 's avonds laat nog aan de bar.
G
Dan staat er weer een taxi voor me klaar.
G7
Die brengt me thuis en ook al ben ik zat.
C
Toch krijg ik altijd weer de sleutel, in het gat.
[Verse 6]
C
En word ik wakker rond een uur of een.
G
Dan draait de wereld om me heen.
G7
M'n kop doet pijn, dan denk ik heel terecht.
C
Een van die dertig pilsjes was waarschijnlijk slecht.
[Chorus]
G C
Brabantse nachten zijn lang.
G
Brabantse nachten zijn lang.
G
Ze komen vaak langzaam op gang.
C
Ja, maar dan, ja, maar dan.
[Chorus]
C
Brabantse nachten zijn lang.
G7
Brabantse nachten zijn lang.
G G7
Ze komen vaak langzaam op gang.
G C
Ja, maar dan, ja, maar dan.
[Outro]
C
Brabantse nachten zijn lang.
G
Brabantse nachten zijn lang.
G7
Ze komen vaak langzaam op gang.
C
Ja, maar dan, ja, maar dan.