De grote weg naar Utrecht Maar dan meteen de eerste afslag En dan links langs het hotel Die weg die kent U wel Daarachter lag haar huisje Achter planten; gevelbreed Waar ze nimmer iets aan deed Mijn paradijs was daar Want daar beminde ik haar We waren eindeloos gelukkig In een dolce far niente Met de hele dag de zon En altijd lente Ik suisde langs over de snelweg 't Is voor mij nu spergebied Maar na al die jaren Droge ogen hou ik niet refr.: In Zevenkamp Woonde m'n grootste schat en tevens ramp Zevenkamp Daar gloeide drie jaar lang m'n levenslamp Daar lag ik in d'r bedje, streelde ik d'r blonde haar Maar, met d'r hondje eerst een rondje door de avonddamp Zevenkamp, Zevenkamp Mijn paradijs was daar Want daar beminde ik haar We waren zorgeloos gelukkig In een dolce far niente Met de hele dag de zon En altijd lente Maar, zij nam een tennisleraar Dat lieve stuk verdriet En al die lange jaren Droge ogen hou ik niet refr. Daar liep ik mooi tegen de lamp