C D
[Verse 1]
C D C D
Er was eens een korrel graan, gezaaid in de grond,
C D
geboren om dood te gaan, geen mens die het vond.
Maar heel langzaam brak het open
G
en er kwam nieuw leven aan
D
en het heeft zichzelf verloren:
A C D
zie je het koren op de akker staan…
[Interlude]
C D
[Verse 2]
C D C D
Hij was als een korrel graan in de aarde gestrooid,
C D
geboren om dood te gaan, beroofd en berooid.
En zijn lichaam werd gebroken
G
toen Hij zich aan ’t kruis liet slaan,
D
zo heeft hij zichzelf gegeven
A C D
en liet zijn leven door de wereld gaan…
[Interlude]
C D C D C D C D
[Verse 3]
C D C D
Ik weet dat ik sterven moet, niet later maar nu…
C D
En al wat mij leven doet geef ik aan u.
En heel langzaam breek ik open
G
als een kleine korrel graan,
D
tot het leven wordt geboren
A C D
en er zal koren op de akker staan…