E7 Am E7 Am
[Verse 1]
Am Em * Am *
Hé, wil jij mijn vriendje zijn?
F7 E
Ik heb vrienden nodig,
Am G
een vriend op wie ik bouwen kan,
F E
die ik vertrouwen kan.
Am G C E
Als ik me eenzaam voel en klein.
Am Em *
Hé, wil jij mijn vriendje [Interlude] zijn?
[Interlude]
Am * E7 * Am *
Am * G * F * F *
Am * E7 * Am * Am *
[Verse 2]
Am Em * Am *
Ja, ik wil jouw vriendje zijn.
F7 E
Jij hebt vrienden nodig;
Am G
een vriend die naar je luisteren kan,
F E
die met je huilen kan
Am G C E
wanneer je zorgen hebt of pijn.
Am Em *
Ja, ik wil jouw vriendje [Interlude] zijn.
[Interlude]
Am * E7 * Am *
Am * G * F * F *
Am * E7 * Am * Am *
[Verse 3]
Am Em * Am *
Ja, wij willen vrienden zijn.
F7 E
Vrienden heb je nodig,
Am G
een vriend op wie je rekenen kan,
F E
ik ben er zeker van:
Am G C E
't Is met z'n tweeën dubbel fijn.
Am Em * Am * E * Am *
Ja, wij willen vrienden zijn.
