D C G C
D C G C
D C G C
D C G C
[Verse 1]
D C G C
Dit zal je wel verbazen,
D C G
Ik kan niet alles aan,
D C G C
Ik ben nogal eenvoudig,
D C G C
Uit mijn lood te slaan,
D C G C
Ik veeg niet elk obstakel,
D C G C
Fluitend van de baan,
A
Wie had dit ooit gedacht,
A
Zoveel bescheidenheid,
B C A
Ik heb niet overal voor alles tijd.
[Chorus]
D
Ik ben god niet,
C G Bb
God woont aan de overkant,
D C G Bb
God niet, ben niet tegen veel bestand,
D C
Het doseren, controleren,
G Bb
Elke chaos te trotseren,
D C
En bij kortsluiting heel teder,
G Bb
Je aanwezigheid te eren,
Em
Het lijkt me nu wel zeker,
G
Het lijkt me nu wel,
Em A
Het lijkt me nu wel zeker,
N.C. D C G C
Ik ben god niet.
[Interlude]
D C G C
[Verse 2]
D C G C
En jij die dacht dat ik er,
D C G
Altijd zou zijn voor jou,
D C G C
Gaaf ongeschonden,
D C G
Vloeibaar zonder zout,
D C G C
Dat ik de losse grond ben,
D C G C
Waarop jij hebt gebouwd,
D C G C
Ik kan het niet verdragen,
D C G C
Omdat ik van je hou,
D C G
Omdat ik van je hou,
C D C G
Veel van je hou,
A
Is dat soms wat je wenst,
A
Dat ik niet lang meer leef,
B C A
Dat ik getikt en dat mijn hart ’t begeeft.
[Chorus]
D C G Bb
God woont aan de overkant,
D C G Bb
God niet, ik heb niet zoveel verstand,
D C
Van soigneren en charmeren,
G Bb
Door de druk te navigeren,
D C
En in tijden van verwarring,
G Bb
Eeh, hee.
[Outro]
Em
Het lijkt me nu wel zeker,
G
Het lijkt me nu wel,
Em A
Het lijkt me nu wel zeker,
N.C. D C G C
Ik ben god niet.
D C G C
Ik ben god niet.
D C G C
D C G C
D C G C
D C G C
D C G C
D C G C
(Fade Out)