Minnenijd

Boudewijn De Groot

Er is een dode gevonden
In het Amsterdamse Bos
Uit zijn ogen kruipen beestjes
In zijn oren groeit het mos
Zijn armen zijn verdwenen
En zijn benen zitten los
Ach, wie is die arme stakker
In het Amsterdamse Bos

refr.:
    De mensen zeggen zo gemakkelijk
    Kijk een lijk
    Maar wat mij nou intrigeert
    Hoe heeft die man zich zo bezeerd
    Was hij gelukkig of verdrietig
    Was hij arm of was hij rijk

Er is een dode gevonden
In het bos van Amsterdam
Ik vraag mij af hoe deze dode
Hier nu zo te liggen kwam
Was het zijn hart of was het smart
Was hij doof of blind of lam
Die arme dode stakker
In het bos van Amsterdam

refr.

Misschien dacht hij toen hij leefde wel
Ach was ik maar vast dood
Ik heb mijn vrouw, ik heb mijn kinderen
Ik heb mijn bromfiets, ik heb mijn brood
Maar mijn vrouw wordt oud en lelijk
En de kinderen worden groot
Van mijn brommer houd ik niks meer
Dan mijn jicht en een hoopje schroot

refr.

Nu ik die dode goed bekijk
Nu zie ik duidelijk wie het is
Het is het vriendje van mijn vrouw
Als ik mij niet ernstig vergis
Ik heb erbarmen met zijn benen
En zijn armen zijn verdwenen
Ach helaas, die arme armen
Waarin mijn vrouw in uit mocht wenen

De mensen zeggen zo gemakkelijk
Kijk een lijk
Maar wat mij nou intrigeert
Wie heeft die man toch zo bezeerd
Hij was gelukkig, ik verdrietig
Maar nou hebben we het omgekeerd
Página 1 / 1

Letras y titulo
Acordes y artista

restablecer los ajustes
OK