D Plattelandsmisprijzende gezwollen nekken uit de stad, D A jullie denken in je pretentieuze grootheidswaanzin dat D D7 G hier op onze boerenbuiten nu eens nooit wat gebeurt D A7 D en dat het altijd naar, euh, dinges, zoogdierderivaten geurt, G D Neem die zogenaamde stilte waarvan je neurotisch wordt, D A wel, ik zweer jullie, we komen hier geen decibel te kort: D D7 G er zijn ijskarren, traktoren, pikdorsers en loeiend vee, D A7 D hier in Aaigem hebben we niet over rust te klagen, nee! [Verse 2] D Eén keer in een maand gemiddeld stort hier 'n F-16 neer, D A die maakt elke maal een visvijver bij en dit lokt alweer D D7 G een hoop vissers die niet kunnen vissen zonder karabijn, D A7 D om de reigers neer te leggen die ook dol op vissen zijn. G D Mis je de benzinegeuren, nu die hebben we hier ook, D A van de grasmaaiers en kettingzagen, plus de oliestook D D7 G voor de pluimveebatterijen en de bloemenindustrie, D A7 D hier in Aaigem stinkt het beter dan bij jullie, akerdjie! [Verse 3] D Hoor ik goed, wou je beweren dat hier toch geen dieven zijn, D A hoeveel dieven moet ik leveren, 'n gros of 'n dozijn, D D7 G slimme dieven, domme dieven, zoals die bij de pastoor, D A7 D de kerel ging er met de hele voorraad aflaten vandoor. G D Maar de veldwacher, een half genie en moedig als een leeuw, D A volgde onversaagd de delinquente sporen in de sneeuw, D D7 G het was net Agatha Christie en 't kwam in 't parochieblad, D A7 D hier in Aaigem bloeit de misdaad even mooi als in de stad! [Verse 4] D Toegegeven, wat vermaak betreft, gaat het hier eerder kalm, D A met toch wekelijks 'n knus orgietje in zaal Torengalm, D D7 G 's zomers laten w'onze slimme gedresseerde egels los D A7 D als de woeste wielerterroristen komen aangeklost. G D Tegen wandeltochtfanaten helpen knikkers op de weg, D A deze rollend' argumentjes doen het door de band niet slecht D D7 G en we zenden ze daarna nog opgelapt en wel naar huis, D A7 D hier in Aaigem hebben w'ook het wit-geel, groen en rode Kruis! [Verse 5] D Jullie doen rustig aan partnerruil en promiscuïteit, D A maar wie biedt zulkdanig weidse perspectieven als een geit, D D7 G zo'n lief en teder beestje, zo'n slim en lekker stuk, D A7 D vraagt nooit om alimentatie als het huwelijk mislukt. G D Wat betreft de bioscopen: om de één, twee, drie, vier jaar, D A komt pater Octaaf, scheutist met dia's van de evenaar, D D7 G en soms staan daar zwarte dames op in naturistenstaat, D A7 D hier in Aaigem weten we wel hoe het in de wereld gaat! [Verse 6] D We gaan niet met de mode mee, dat heeft geen enkele zin, D A de mode maakt toch kringetjes, ze haalt ons hier wel in, D D7 G geen ringen door onze neuzen en geen groengespoten haar D A7 D en 't café "bij Sieke" is voorwaar geen travestietenbar. G D Zonder punk- of rock 'n rollgroep is het leven nog niet saai D A en we hebben toch een harmonie en die maakt ook lawaai, D D7 G kortom, hier hebben we alles, en goedkoper bovendien, D A7 D wij in Aaigem zijn begot niet zo debiel als w'er uit zien!