D
[Verse 1]
D
Wel, euh, Walter, 'k ga u zeggen,
A D
'k noem Decabouter, Lowie, Giljom,
D
ik ben werkzaam als boekhouder,
A D
en woonachtig in de bebouwde kom.
G D
die noemt Zichen Zussen Bolder,
A D
tussen Zolder en Roclenge-sur-Geer,
G D
in 'n nette nieuwe fermette,
A D
volledig onge-hypothekeerd.
[Interlude]
D
[Verse 2]
D
Wel, euh Walter, ik ben huwachtig,
A D
met m'n vrouw die noemt Rozet,
D
zij is regel-matig drachtig,
A D
en ook werkzaam vooral in bed (grapje, Walter!).
G D
Onze kindjes noemen Madonna,
A A7 D
Corolla, Starlet, Nele en Prince,
G D
ik wou absoluut ’n jongen,
A D
maar nu stoppen w'alleszins.
[Interlude]
D
[Verse 3]
D
Wel, euh, Walter 'k zal u zeggen,
A D
hobby's heb ik wel niet veel:
D
ik leer onze Prince playbacken,
A D
en ons Madonna leer ik toneel,
G D
ons Corolla, autorijen,
A D
onze Starlet is nog te klein,
G D
ons Rozet leert Nele breien,
A D
ik zou zeggen meer moetanisijn.