G Am Bm Am
G D G*
[Verse 1]
G C G G
Zij dronk ranja met een rietje, mijn Sophietje, op een Amsterdams terras,
D D G D
zij was Hollands als het gras, als een molen aan de plas.
G C G G
Ik wist niet wat ik moest zeggen, uit moest leggen, iets wat Cupido wel weet:
D D G C G
dat zij mij meteen iets deed, meteen iets deed.
[Chorus]
C G
Ik zag meisjes in Parijs en in Turijn, in Helsinki en Londen en Berlijn,
D G G7
waar ik op de wijde wereld was, zij mochten er wel zijn.
C G
Maar de mooiste van de mooisten was Sophie, in de liefde is zij zeker een genie,
D A7 D D7*
want een meisje als Sophietje is een lentesymphonie.
[Verse 3]
G C G G
In haar stem hoor ik een liedje, melodietje, 't is een liedje met een lach,
D D G C G*
dat ik hoor sinds ik haar zag, sinds ik haar zag.
[Solo]
G C G G
D D G D
G C G G
D D G C G
[Chorus]
C G
Ik zag meisjes in Parijs en in Turijn, in Helsinki en Londen en Berlijn,
D G G7
waar ik op de wijde wereld was, zij mochten er wel zijn.
C G
Maar de mooiste van de mooisten was Sophie, in de liefde is zij zeker een genie,
D A7 D D7*
wwant een meisje als Sophietje is een lentesymphonie.
[Outro]
G C G G
Zij dronk ranja met een rietje, mijn Sophietje, op een Amsterdams terras,
D D7 G C G* F# G
toen wist ik dat mijn Sophie de liefste was.