C F G F
C F G F
[Chorus]
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente, ja, ik ruik wel duizend bloemen als ik ruik.
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente en ik heb de lentekriebels in mijn buik.
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente, ja, dat is nog eens een waarheid als een koe.
C C7 F Fm C G G C
Het is lente, het is lente en ik word daarvan zo lentemoe.
[Interlude]
C G C G
[Verse 1]
C G C G
Hallo, vrienden, jullie zijn hier, ik ben door het dolle heen
C G C G
want de grote lenteschoonmaak doe ik niet zo graag alleen.
Em Am F C
Hier zijn bezems, dweilen, sponsen en een emmertje met sop;
F C D G G N.C.
het is lente en dus knappen wij mijn paddestoeltje op.
[Chorus]
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente, ja, ik ruik wel duizend bloemen als ik ruik.
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente en ik heb de lentekriebels in mijn buik.
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente, ja, dat is nog eens een waarheid als een koe.
C C7 F Fm C G G C
Het is lente, het is lente en ik word daarvan zo lentemoe.
[Interlude]
C G C G
[Verse 2]
C G C G
Kijk eens, Plop, hoe ik de vloeren van jouw paddestoeltje boen.
C G C G
En ik schilder alle venstertjes met deze borstel groen.
Em Am F C
Voor mij is nu de tijd gekomen om naar bed te gaan.
F C D G G N.C.
Neen, geen denken aan, jij moet nu met de matteklopper slaan
[Chorus]
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente, ja, ik ruik wel duizend bloemen als ik ruik.
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente en ik heb de lentekriebels in mijn buik.
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente, ja, dat is nog eens een waarheid als een koe.
C C7 F Fm C G G C
Het is lente, het is lente en ik word daarvan zo lentemoe.
[Interlude]
C G C G
[Verse 3]
C G C G
Met deze borstel veeg ik nu je schoorsteentje weer schoon.
C G C G
Wees maar zeker dat ik jullie straks met Plopkoeken beloon.
Em Am F C
Nog nooit heb ik jouw paddestoel zo opgeruimd gezien.
F C D G G N.C.
Maar nu wil ik gaan slapen, ik vind dat ik dat verdien.
[End-Chorus]
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente, ja, ik ruik wel duizend bloemen als ik ruik.
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente en ik heb de lentekriebels in mijn buik.
C F G C C D G G
Het is lente, het is lente, ja, dat is nog eens een waarheid als een koe.
C C7 F Fm C G G C
Het is lente, het is lente en ik word daarvan zo lentemoe.