D A die vuil kapitalisten die doen alles voor de poen D oem hun eigen te verrijken zouwe z'ongelukken doen G ze stan te bakkelijen voor e stukske van de koek A D A en ik maak van mijn kloten, mor zelf doen 'k het ook [Verse 2] A als ze gendarmen zien dan doen de mensen allemaals stoem D ze rijen godverdoemme twee drij vier vijf straten oem G ze schijten va de schrik daarbij nog allemaal in hun broek A D A en ik maak van mijn kloten, mor zelf doen 'k het ook [Verse 3] A den tijd van tegenwoordig warekt iedereen in het zwart D ze verdienen na hun uren nog een dikke pree apart G het geld van de gemeenschap gaat oep hunne zwarten boek A D A en ik maak van mijn kloten, mor zelf doen 'k het ook [Verse 4] A ge mut mor efkes rondzien of ge ziet racisten staan D het is van vettigen turk, vuile jood of Marokkaan G die maken ze dan uit voor ne makak of nen tjoek-tjoek A D A en ik maak van mijn kloten, mor zelf doen 'k het ook [Verse 5] A ons vader da's ne zuiper, die is alle dagen zat D per dag zuipt em zo oem en bij het anderhalf vat G ak ik hem weer zien zitten in z'n stamkroeg oep den hoek A D A dan maak ik van mijn kloten, mor zelf doen 'k het ook [Verse 6] A me wijf kan heel goe koken, het smaakt allemaal even fijn D ze bakt de beste sauskes en ze ziet ni nor heur lijn G ze wordt van al da frete nog zo vet gelak een kloek A D A en ik maak van mijn kloten, mor zelf doen 'k het ook [Verse 7] A zeg zone seksboetik d'r kannekik na toch ni bij D wadde ze d'r verkopen da's toch echt smeerlapperij G askik de jeugd zien loeren in zone vuilen viezen boek A D A dan maak ik van mijn kloten, mor zelf doen 'k het ook [Verse 8] A m'n maten dan zen vetzakken, ja da zen z'allemaal D hun vroukes dragen h***ns, het is iets kolossaal G ze kunnen nog geen griet zien of ze springen uit hun broek A D A en ik maak van mijn kloten, mor zelf doen 'k het ook