tonalidad: D Afinación: E A D G B E
D

[Chorus]
D                  A
Ik zen zo zat as 100000 man
                             D
Ik zen zo zat, ik snap er niks meer van
                            G
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
             A            D
Ik zen zo zat as een kanon

[Verse]
                                   A
De juffra vroeg aan jantje: hoeveel is twee plus drij?
                                   D
Maar Jantje had gezopen, was er helemaal ni bij
                                  G
Die kleine liet nen boer en de juffra stoeng vor schut
         A                              D
Toen jantje zei: kust gij mijn blote kloten stoemme trut

[Chorus]
D                  A
Ik zen zo zat as 100000 man
                             D
Ik zen zo zat, ik snap er niks meer van
                            G
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
             A
Ik zen zo zat as een kanon

[Verse 2]
D                                    A
Ik ging eens naar nen tandarts, oemda kik tandpijn kreeg
                           D
Die vent sleurde vakkundig heel mijn bakkes leeg
                                    G
En toen dakkik hem vroeg: was da wel nodig meneer?
            A                                    D
Zei dien tandarts: beste vriend, ik weet het zelf al lank ni meer

[Chorus]
D                  A
Ik zen zo zat as 100000 man
                             D
Ik zen zo zat, ik snap er niks meer van
                            G
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
             A
Ik zen zo zat as een kanon

[Verse 3]
D                                A
Den eerste minister die kwam oep den TV
                                    D
Hij wou een toespraak houwen, maar't zat em echt ni mee
                              G
Zijn ogen oepgezwollen en zijn tong uit zijnen bek
              A                               D
Met het schuim nog oep z'n bakkes sloeg em dees uit zijne nek

[Chorus]
D                  A
Ik zen zo zat as 100000 man
                             D
Ik zen zo zat, ik snap er niks meer van
                            G
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
             A
Ik zen zo zat as een kanon

[Verse 4]
D                            A
D'r was eens ne pastoor, die houde eens ne preek
                                   D
Hij sloeg wat uit zijn botten, da nergens ni oep leek
                                           G
Hij begon ineens te spauwen, 't kwam verdoemme door die wijn
             A                               D
Tussen de brokken tussendoor zeitem: kust allemaal de mijn

[Chorus]
D                  A
Ik zen zo zat as 100000 man
                             D
Ik zen zo zat, ik snap er niks meer van
                            G
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
             A
Ik zen zo zat as een kanon

[Chorus]
D                  A
Ik zen zo zat as 100000 man
                             D
Ik zen zo zat, ik snap er niks meer van
                            G
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
             A             D
Ik zen zo zat as een kanon
    Página 1 / 1

    Letras y título
    Acordes y artista

    restablecer los ajustes
    OK