D A D
[Verse 1]
D A G D
Waarom huil je nou, waarvoor heb je angst, mijn kind?
D A D
Kom, geef mij je hand en droom nu maar terwijl ik zing,
A7 G D
dan duurt de nacht ook niet zo lang.
A7 G D
Dus slaap gerust en wees niet bang.
[Chorus]
D A D
Want er zijn geen wolven in het bos, echt waar m'n kind;
D A D
alleen een kleine nachtegaal zingt zacht z'n liedje voor de wind.
A7 G D
Jouw dagen zijn nog zorgeloos,
A7 G D
ja, nog zo speels, zo eindeloos.
[Interlude]
D D D A D
D D A D D
A A G D D
A A G D D
[Verse 2]
D A G D
Maar als ik, mijn kind, m'n eigen kind als ik later oud zal zijn,
D A D
kom dan als ik dood ga en, mijn kind, sluit dan het gordijn.
A G D
Blijf dan bij mij, dicht in de buurt
A G D
en wees mijn steun, zolang het duurt.
[Verse 3]
D A D
En als ik bang zou zijn als het moment, ja, van afscheid nemen dringt,
D A D
houdt m'n hand dan vast, dat ik je voel en als jij dan voor me zingt,
A G D
dan zal ik, zonder een traan,
A G D (let ring)
zonder vrees, slapen gaan.
[Outro]
N.C. A D A D
Want er zijn wolven in het bos, echt waar, m'n kind.