Cm Bb F
Je stapt uit bed en je loopt voorzichtig met je ogen dicht
Cm Bb F
Het is donker in huis en je zoekt de knop van het licht
Cm Bb F Ab Eb Ab Eb
Half in slaap, je stoot je kop en op de tast loop je naar de kast
Cm Bb F
Je trekt een trui van de stapel en je doet hem verkeerd om aan
Cm Bb F
Je neemt een sprint van de trap maar ziet je schoenen niet staan
Cm Bb F Eb
Je krabbelt op en je bent met mazzel net op tijd voor een snel ontbijt
Eb
En toch zeur je niet want
Bb F
Je zit op rozen
Ab Eb F G
Al gaat er soms iets onbenulligs mis
Bb F
Met tussenpozen
Ab Eb F G
Zie je in hoe mooi het leven is
Cm Bb F Eb
Je hebt een bon als je net te laat bij je auto bent
Cm Bb F
En voor de zoveelste keer sta je met je wiel in een klem
Cm Bb F Eb
Als een speer naar het bureau en vliegensvlug naar je baas terug
Eb
En toch zeur je niet want
Bb F
Je zit op rozen
Ab Eb F G
Al gaat er soms iets onbenulligs mis
Bb F
Met tussenpozen
Ab Eb F G
Zie je in hoe mooi het leven is
Ab Eb
Je haalt je schouders op, fluitend loop je door
Bb F
En elke tegenslag pareer je met een lach
Ab Eb
Je kijkt jezelf aan en denkt: ik heb 't leven lief
Bb G
't is allemaal maar relatief
Cm B A
Je zit op rozen
Dm C G A
Gewoon omdat je hier geboren bent
[Interlude]
Dm C G Dm C G
Dm C G F
C G
Je zit op rozen
Bb F G C
Al gaat er soms iets onbenulligs mis
C G
Met tussenpozen
Bb F G A
Zie je in hoe mooi het leven is
C G
Je zit op rozen
Bb F G
Al gaat het af en toe gigantisch mis
C G
Met tussenpozen
Bb F G
zie je in hoe mooi het leven is