E E A A
D E A A
[Verse 1]
A A A A
Ik had een hele fijne jeugd, van jongs af aan ken ik al vreugd',
D E A A
ik werd omringd door veel liefde en geluk.
A A A A
Ik ben nog jong en ook nog klein, toch wil ik hen heel dankbaar zijn
E E A A
die voor me zorgden, dat gaat nooit meer stuk.
D D A A
Moet ik me schamen voor de jaren die ik van hen kreeg,
D D A A
voor die twee mensen, zo lief en zo zacht?
D E A D
Ik ben hen dankbaar heel mijn leven want ik ben toch hun kind,
A E A A
ik heb niemand ooit zo bemind.
[Chorus]
E E A A
Je bent een zondagskind, je bent een zondagskind,
E E E A
als je vroeg in je leven al echt wordt bemind.
E E A A
Je bent een zondagskind, je bent een zondagskind,
A A E A A
als geluk in je leven al heel vroeg begint.
[Verse 2]
A A A A
Als je dat vergeten bent en je ouders niet meer kent,
D E A A
ben je arm, ook al heb je veel geld.
A A A A
Heb ik later ook een kind wat mij echt een moeder vind,
E E A A
dat is het enige geluk wat dan telt.
D D A A
Ze leerden je lopen, ze gaven je raad,
D D A A
zorgen werden altijd uitgepraat.
D E A D
Je bent ook dankbaar voor die twee mensen want je bent toch hun kind,
A E A A
waar je liefde, blijdschap vind.
[End-Chorus]
E E A A
Je bent een zondagskind, je bent een zondagskind,
E E E A
als je vroeg in je leven al echt wordt bemind.
E E A A
Je bent een zondagskind, je bent een zondagskind,
A A E A
als geluk in je leven al heel vroeg begint,
A A E A A
als geluk in je leven al heel vroeg begint.