Em D Em D
- Een koude morgen -- kwart over twee
Em D
- En in een bed vecht een vrouw hard voor haar baby
Em D Em D
- Het is haar eerste -- en elke wee
Em D
- Snijdt door haar heen maar ze denkt slechts aan haar baby
B
- Zij houdt de spijlen krampachtig vast
Em
Dan een zacht huilen, de moeder lacht en luistert
D Em
- Het kind is daar voor de eerste sprong in het duister.
[Verse 2]
Em D Em D
- Een maandagmorgen -- vijf over acht
Em D
- Hij ziet het schoolplein en voelt z'n knieen knikken
Em D Em D
- De eerste schooldag -- en hij zegt zacht
Em D
- "Ik wil naar huis", maar moeder hoort niets van zijn snikken
B
- Want hij's al zes, de baas over vriendjes
Em
Het echte schoffie maar diep in zijn hartje huist er
D Em
- Paniek en angst voor die grote sprong in het duister.
[Verse 3]
Em D Em D
- Zomaar een morgen -- kwart over acht
Em D
- Ze is net achttien en zij gaat 't hun vertellen
Em D Em D
- Zij wil 't huis uit -- want buiten wacht
Em D
- De wereld en zij kan het zonder thuis ook stellen
B
- Er komt verzet en haar moeder huilt nog
Em
Maar vader weet al dat zij toch niet naar hem luistert
D Em
- Een beetje bang waagt zij dan de sprong in het duister.
[Verse 4]
Em D Em D
- Een mooie morgen -- kwart over tien
Em D
- Hij in het grijs en zij in een wolk van tule
Em D Em D
- Zo vele vrienden -- kwamen hen zien
Em D
- Zij kregen alles van fonduestel tot pendule
B
- Er werden tranen weggeveegd
Em
Op het moment dat het ja-woord werd gefluisterd
D Em
- De dag was mooi voor een nieuwe sprong in het duister.
[Verse 5]
Em D Em D
- Een wintermorgen -- kwart over elf
Em D
- En in de verte luiden zwaar de bronzen klokken
Em D Em D
- En ieder staat -- daar in zichzelf
Em D
- De zwarte aarde wordt al wit onder de sneeuwvlokken
B
- Het is een afscheid voor altijd en
Em
De wind beroerd de hoge bomen en dan ruist er
D Em
- Iets als een groet bij de laatste sprong in het duister.