C C C C
C C C C
"Deze droevige story is geboren uit wanhoop.
C C C C
MELODIE "Stille Nacht". Eh, ken-die?? Ja!!!"
[Verse 1]
C F
Ik ben zijn minnaresje en keukenprinsesje,
G C
in beiden ben ik nummer één.
C F
Hij houdt van variatie bij elke traktatie,
G C
maar met Kerstmis, dan wil-ie alleen:
[Chorus]
C F
Konijn, konijn, nooit kip of rollade,
G C
kalkoen met een fijn flesje wijn;
C F
geen fazant met kastanje of kreeft met champagne,
G C
nee, ieder jaar steeds maar konijn.
[Interlude]
G G
Ieder jaar steeds maar konijn. "Let op! Ik krijg 'm beet hoor".
C C C C
"Stille Nacht".
[Verse 2]
C F
'k Zou wel in willen pakken als hij zit te smakken
G C
en zegt: "Schat, wat smaakt-ie weer fijn".
C F
't Is paniek bij de buren, die roepen al uren:
G C
"Waar zou onze Miepie toch zijn?"
[Chorus]
C F
Konijn, konijn, nooit kip of rollade,
G C
kalkoen met een fijn flesje wijn;
C F
geen fazant met kastanje of kreeft met champagne,
G C Ab7
nee, ieder jaar steeds maar konijn.
[End-Chorus] (Key Change to D)
Db Gb
Konijn, konijn, nooit kip of rollade,
Ab Db
kalkoen met een fijn flesje wijn;
Db Gb
geen fazant met kastanje of kreeft met champagne,
Ab Db
nee, ieder jaar steeds maar konijn,
Ab Db Db C Db
ieder jaar steeds maar konijn.
