Am Am F G C E7 Am
[Verse 1]
Am F G C
't Was winteravond en zo guur toen ik naar huis toe liep,
C G
uit een cafeetje klonk muziek die mij naar binnen riep,
E7 Am Em Am
ik had geen haast, ik had het koud en zocht vertier.
Am F G C
Daar zaten mannen met bruine ogen en met gitzwart haar
C G
en uit de jukebox klonk muziek, heel vreemd, een soort gitaar,
E7 Am Em Am
toen zei een man die mij zag staan: wees welkom hier.
[Chorus]
F
Drink rode wijn, dan vergeet je al je zorgen,
C
drink rode wijn, want dan denk je niet aan morgen,
G C
doe net als ik want de eenzaamheid kan vreselijk zijn, mijn hart doet pijn.
F
Drink rode wijn, als je wilt dan kun je blijven,
C
drink rode wijn om de heimwee te verdrijven,
G Am Em Am
zo ver van huis in een vreemde wereld koud als steen, heel alleen.
[Verse 2]
Am F G C
En ze vertelden me van hun blauwe meren en muziek,
C G
van oude huizen, groene heuvels, vol van romantiek,
E7 Am Em Am
en van hun vrouw die men zo mist en zo bemint.
Am F G C
Want ze gaan werken ver van huis en hun geboorteland,
C G
al hun spaargeld gaat naar huis, naar 't land van zee en strand,
E7 Am Em Am
hier ver vandaan daar is hun thuis, hun vrouw en kind.
[Chorus]
F
Drink rode wijn, dan vergeet je al je zorgen,
C
drink rode wijn, want dan denk je niet aan morgen,
G C
doe net als ik want de eenzaamheid kan vreselijk zijn, mijn hart doet pijn.
F
Drink rode wijn, als je wilt dan kun je blijven,
C
drink rode wijn om de heimwee te verdrijven,
G Am Em Am
zo ver van huis in een vreemde wereld koud als steen, heel alleen.