Bb F G7 C7 F F C7
[Verse 1]
F
De ene kroeg die heeft dat scheve stoepje voor de deur,
F
de andere herken ik aan z'n specifieke geur.
Bb F
En met gesloten ogen weet ik altijd waar ik ben
G C
omdat ik alle smaken van het bier van buiten ken.
F
Gister in het Tapperijke stond ik weer vooraan
F
en telkens zag ik weer zo'n gouwe, gele rakker staan,
Bb F
maar toch heeft ieder glas waarin je kijkt z'n eigen wens,
G C
hou het bij gezelligheid en weet altijd je grens.
[Interlude]
C7 Cdim7 C7
[Chorus]
F
Van Breda tot aan Maastricht
F G
herken ik alle kroegen met m'n ogen dicht.
C
Van Amsterdam tot aan Den Bosch
C F
gaan op ieder feest de remmen even los.
F
Elk glas z'n eigen droom,
F Bb
maar de mooiste had ik toch in Bergen Op Zoom.
Bb F
Van Breda tot aan Maastricht
G C F C
herken ik alle kroegen met m'n ogen dicht.
[Verse 2]
F
Na het eerste glas dan is zo'n kroeg net een magneet,
F
je tweede heb je dan alweer besteld, voordat je het weet.
Bb F
En je zingt opeens: "Bij ons staat op de keukendeur",
G C
je gaat dan (al) rondjes geven en je wangen krijgen kleur.
F
Buiten staat jouw taxi maar daar zit je nu niet mee,
F
straks dan brengt 'ie jou weer naar dat andere cafe.
Bb F
Vader gaat op stap, verder is 'ie altijd braaf,
G C
maar vanavond kent 'ie maar één woord, dat is 'Alaaf'
[Interlude]
C C C C
Alaaf, alaaf, alaaf, alaaf, alaaf, alaaf, alaaf.
[Chorus]
F
Van Breda tot aan Maastricht
F G
herken ik alle kroegen met m'n ogen dicht.
C
Van Amsterdam tot aan Den Bosch
C F
gaan op ieder feest de remmen even los.
F
Elk glas z'n eigen droom,
F Bb
maar de mooiste had ik toch in Bergen Op Zoom.
Bb F
Van Breda tot aan Maastricht
G C F C
herken ik alle kroegen met m'n ogen dicht.
[End-Chorus]
F F F G
Lalalalala
C C C F
Lalalalala
F
Elk glas z'n eigen droom,
F Bb
maar de mooiste had ik toch in Bergen Op Zoom.
Bb F
Van Breda tot aan Maastricht
G C F F7
herken ik alle kroegen met m'n ogen dicht.
Bb F
Van Breda tot aan Maastricht
G C F C F C F
herken ik alle kroegen met m'n ogen dicht.