Dm Gm C Dm A A7
Dm A
[Verse 1]
Dm F
Uit de tijd geworpen, vergeten paradijs
Dm A
Van duizend kleine dorpen, onder wolken, grauw en grijs
Dm F
Met donkergroene heuvels, vervagend in de lucht
Dm A
Soms wondermooi beschilderd, met een witte duivenvlucht
Gm Dm
En nergens valt de regen zo mals en ruisend neer
Gm Dm
En nergens gaat de wind zo liefdevol, zo zacht tekeer
Dm F
Hij krijgt de vrije ruimte, want als een open hand
Dm A
Zacht golvend als water, is Vlaanderen, m'n land
Dm Gm C Dm A A7
Dm A
[Verse 2]
Dm F
Luisterend naar de regen, die langzaam neder zijgt
Dm A
Luisterend naar de nacht, die in 't duister hijgt
Dm F
Word ik een kuil vol dromen, verglijdend langs de tijd
Dm A
Ik hoor rivieren stromen en zingen van tederheid
Gm Dm
Want, golvend als het water ligt mijn land aan de zee
Gm Dm
Zij neemt papieren bootjes, al dansend, met zich mee
Dm F
Die ik, als knaap, liet varen, beladen met een droom
Dm A
Maar die nooit weder kwamen, zij bleven enkel droom
Dm Gm C Dm A A7
Dm B
[Verse 3]
Em G
Misschien dat zij vernamen, m'n kinderlijk verdriet
Em B
Want alle winden zingen een wild en lachend lied
Em G
Zij schuurden langs de velden, en langs 't wassend graan
Em B
En laten de papavers, vol rode gensters slaan
Am Em
Soms breekt de hemel open, vol gouden zonnelicht
Am Em
De wijde vlakten worden een heerlijk vergezicht
Em G
Begrensd met groene bomen, waarop de hemel rust
Em B
Vol donkerblauwe dromen, vol tijdeloze rust
Em Am D Em B B
Em G
Uit de tijd geworpen, vergeten paradijs
Em B
Van duizend kleine dorpen, onder wolken, grauw en grijs
Em G
Met donkergroene heuvels, vervagend in de lucht
Em B
Soms wondermooi beschilderd, met een witte duivenvlucht
Am Em
En nergens valt de regen zo mals en ruisend neer
Am Em
En nergens gaat de wind zo liefdevol, zo zacht tekeer
Em G
Hij krijgt de vrije ruimte, want als een open hand
Em B
Zacht golvend als water, is Vlaanderen, m'n land