| D | C7 | C7 | F |
| D7 | G7 | C7 | F |
| Eb | D7 |
[Verse 1]
D7 G D7 G
Ze zijn alweer wat van plan en het komt er op an
D/G D7 G
Dat we tijdig deze aanslag zien te keren
D7 G C
Het pierement wat zo vaak, als onschuldig vermaak
G A7 D
Ons bekoord heeft dat willen ze weren
[Chorus]
D7 G
Als van d'Amsterdamse grachten, het pierement verdwijnt
D/G D7 G
Wanneer nooit in onze oren, zijn wiegeldeun meer deint
D D7 G G7 C
Als de nucht're geest van heden, ons werk'lijk dat ontnam
D7 G E A7 D7 G
Stierf alweer een brokje, poëzie van Ams-ter-dam
[Break]
| G | D7 | D7 | G |
| G | D7 |
[Verse 2]
D7 G D7 G C
't Schijnt er is over geklaagd, dat zo'n orgel zo plaagt
G D7 G
Voor kantoren waar de mensen moeten werken
D7
Ik vraag me af waar dat is?
G C G A7 D
Want je zult toch gewis, wijl de meesten van de drukte niks merken
[Chorus]
D7 G
Als van d'Amsterdamse grachten, het pierement verdwijnt
D7 G
Wanneer nooit in onze oren, zijn wiegeldeun meer deint
D D7 G G7 C
Als de nucht're geest van heden, ons werk'lijk dat ontnam
D7 G Em A7 D7 G
Stierf alweer een brokje, poëzie van Ams-ter-dam
[Break]
| G | D7 | D7 | G |
| G | D7 |
[Verse 3]
D7 G D D7 G
Toe laat de orgels met vree, aldus klinkt onze bee
D7 G
Tot degene, die daarover moet beslissen
D7 G C
Het is hier toch al zo saai, zo vervelend en taai
G A7 D
Dat we kunnen onze klanken niet missen
[Interlude]
| D7 | D7 | D7 | D7 |
| D7 | G | G | G |
| G | D | D | D7 |
| D7 | G | G | G |
[Outro]
G D D7 G G7 C
Als de nucht're geest van heden, ons werk'lijk dat ontnam
D D7 G E A7 D7 G
Stierf alweer een brokje, poëzie van Am-ster-dam