AA/GD/F#Dm/FA/EEAD#dim7E
[Verse 1]
AA/EBmE
Mijn lieve zoon, je moeder laat je weten,
BmEAA/E
als dat ze jou geheel niet kan vergeten.
AA7/C#DDD/C#
't Is negen uur, je vader is naar bed
B7B7EB7E
en in mijn handen heb ik jouw portret.
AA/EBmE
't Is stil in huis maar voor dat ik ga leggen,
BmEAA/E
o, jongenlief, moet ik je nog wat zeggen:
AA7/C#DDm/F
dat ik van narigheid geen raad meer weet,
A/EE7AD#dim7E
dat ik geen rustig stukkie brood meer eet.
[Verse 2]
AA/EBmE
Ik lig soms heel de nacht van jou te dromen
BmEAA/E
totdat de tranen in mijn ogen komen.
AA7/C#DDD/C#
Ik ben al oud, het maakt me zo kapot,
B7B7EB7E
't is toch zo hard dat ik jou missen mot.
AA/EBmE
En vader wil jouw naam in huis niet horen,
BmEAA/E
dat heeft-ie mij daarnet nog zo bezworen.
AA7/C#DDm/F
Wanneer ik soms maar even van jou praat,
A/EE7AD#dim7E
vloekt hij me stijf, je weet wel hoe dat gaat.
[Verse 3]
AA/EBmE
En op je meissie mot je ook niet hopen,
BmEAA/E
die zag 'k 'n zondag met een ander lopen,
AA7/C#DDD/C#
ze had die hoed, die jij haar gaf nog op,
B7B7EB7E
die met die veer, die droeg ze op haar kop.
AA/EBmE
Van al jouw centen speelt ze nu de dame,
BmEAA/E
die kakmadam, ze most zich liever schame.
AA7/C#DDm/F
Nou jij voor haar de nor ben ingegaan,
A/EE7AD#dim7E
nou loopt ze as een sloerie op de baan.
[Verse 4]
AA/EBmE
Maar hou je stil, dat zal haar wel berouwen,
BmEAA/E
laat ze gerust met heel de buurt gaan sjouwen.
AA7/C#DDD/C#
't Was niks voor jou, jij mot een ander wijf,
B7B7EB7E
jij mot er een met voortgang in haar lijf.
AA/EBmE
Zoals Marie, je weet wel met die tanden,
BmEAA/E
daar zul je heel wat beter mee belanden,
AA7/C#DDm/F
die mag jou graag, dat weet ik al een tijd,
A/EE7AF
als ze maar durfde had ze 't jou gezeid.
[Interlude (Key Change)]
AA7/C#DDm/FA/EE7AD#dim7E
[Verse 5]
AA/EBmE
Zij zorgt toch o zo goed voor 't werk en 't eten,
BmEAA/E
ze breit je kousen als ze zijn versleten.
AA7/C#DDD/C#
Door haar zal jij geen smerigheid meer doen
B7B7EB7E
en ook geen messen trekken net als toen.
AA/EBmE
Wanneer ik daaraan denk dan mot ik grienen,
BmEAA/E
jij kan met verven toch je brood verdienen.
AA7/C#DDm/F
En als je heel je straf heb afgedaan,
A/EE7AD#dim7E
mot jij weer naar je ouwe baas toe gaan.
[Verse 6]
AA/EBmE
Al scheldt de buurt, daar mot je niet om malen,
BmEAA/E
we komme samen om je af te halen.
AA7/C#DDD/C#
Marie en ik, we wachten bij de poort,
B7B7EB7E
met 'n schoon halfhempie en een staande boord.
AA/EBmE
Dan koop ik voor een dubbeltje sigaren,
BmEAA/E
je houten pijpie zal ik trouw bewaren,
AA7/C#DDm/F
en als je thuis komt is je potje gaar,
A/EE7AD#dim7E
dan staat er spek met kroten voor je klaar.
[Verse 7]
AA/EBmE
Ik voel de slaap al in mijn ogen komen,
BmEAA/E
je moeder gaat nou zeker van je dromen.
AA7/C#DDD/C#
Want als ik jou niet overdag mag zien,
B7B7EB7E
zie ik je in mijn droom vannacht misschien.
AA/EBmE
Dan zie ik jou in 't hoekie zitten roken,
BmEAA/E
en sta ik bij 't fornuis de pot te koken.
AA7/C#DDm/F
Vergeet je moeder niet, o jongenlief,
A/EE7AEA
de lamp gaat uit, ik eindig nou mijn brief.