E
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
(Alley oop oop, oop, oop oop)
[Verse 1]
E
Naar men zegt leeft een oermens in de achterhoek.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
Hij kwam als Batavier hier op bezoek.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
Hij loopt alleen maar in een berenvel.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
Het klinkt heel gek misschien, wat ik hier vertel.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
[Verse 2]
E
Hij rijdt de hele dag gezellig op een olifant.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
En wie hem kwaad maakt slaat hij tot poeder, met één hand.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
Hij heft een lelijke neus en een hoofd vol met haar.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
Het is net een beer op sokken en hij doet zo raar.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
[Chorus]
E
Alley oop, is de allersterkste oerwoudman,
A
Alley oop, bakt een leeuw in een koekenpan,
B7
Alley oop, is een man die wat hebben kan,
B7
Wacht maar tot je hem ziet!
[Verse 3]
E
Soms rent `ie door de jungle en rukt bomen uit.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
Dan slaat `ie grote rinocerossen op hun snuit.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
Hij pakt zo'n beest rustig bij z'n kop of z'n staart.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
Hij heeft een nest wilde katten zitten in zijn baard.
(Alley oop oop, oop, oop oop)
[Chorus]
E
Alley oop, is de allersterkste oerwoudman,
A
Alley oop, bakt een leeuw in een koekenpan,
B7
Alley oop, is een man die wat hebben kan,
B7
Wacht maar tot je hem ziet!
[Outro]
E
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
(Alley oop oop, oop, oop oop)
E
(Alley oop oop, oop, oop oop)