| Am | G | Am | G  |
| Am | G | Am | Am |

[Verse 1]
   Am                F#m                    Am                    Dm          Am
De inrichting is onbeschroomd ouderwets, de muren zijn dof, de gordijnen zijn flets
   G            F#            C         Am       Dm       F#m        E       E
De dranken zijn goed, maar er is weinig keus, de gevel is niet pretentieus
     Am                      F#m                Am                        A
Toch is het van oudsher hier dagelijks vol, het speelde in talloze levens een rol
   Dm                 Em                  F          E         Dm/E   Am
De insiders weten waarover ik spreek, een dierbaar cafeetje in Sneek

[Break]
| Am | G | Am | Am |

[Verse 2]
    Am                  F#m                 Am                      Dm           Am
Het stadje ligt in één agrarische streek en staat dan ook gunstig bekend om zijn kweek
    G       F#m              C           Am          Dm                      E7     E7
Met name de Sneek-week trekt zeer veel publiek, toch leeft men er vrij flegmatiek
    Am                                F#m         Am                           A
Eén nieuweling vindt er maar moeilijk contact, totdat men hem kent en de achterdocht zakt
    Dm                     Em                F           E         Dm/A
Dan hoort hij verhalen van vakman en leek, omtrent één cafeetje in Sneek

[Break]
| Am | G | Am | Am |

[Verse 3]
              E          F#m                 Am                 Dm       Am
Zo was er een meisje van zeventien jaar, het enige kind van één wijnhandelaar
    G          F#       C        Am        D              F#m        E       E
Dat eens in de Jura een onderdak zocht, verdwaald als zij was op één tocht
    Am                      F#m               Am                        A
Zij vond aan de bosrand één onbewoond huis en voelde al aanstonds: Hier is het niet pluis
   Dm                       Em                      F          E
Ze waagde een blik door het raam en wat bleek, daar lag het skelet van een al jaren vermiste
E
Handelsreiziger in toiletartikelen, die in zijn jeugd een keer had gelogeerd bij zijn oom en tante in Bordeaux
                                                                           Am
En daar hadden ze bijna precies dezelfde lampenkap als, in een cafeetje in Sneek

[Break]
| Am | G | Am | Am |

[Verse 3]
    Am                     F#m                   Am                     Dm
Eén jongen die aanleg voor boekhouden had, zocht passend emplooi in een tropische stad
    G            F#m           C        Am      D          E/F#        E
Hij kwam uit een bergdorp, was weinig gewend en zeker geen amusement
     Am                   F#m                 Am           Em          A
Zijn spaarcenten waren al spoedig verbrast en hij werd maatschappelijk onaangepast
    Dm                         Em                    F            E
Het schijnt dat hij achter een speelhol bezweek, aan bloedverlies als gevolg
D             E
Van messteken hem toegebracht door een voormalig muzikant, die nog eens had gespeeld op een groot tuinfeest
                                                                               E7
Ter gelegenheid van de inhuldiging van een vestiging, van een Europese fabriek die veel glaswerk leverde
                           E                          A       D
Aan horecabedrijven, onder andere aan een cafeetje in Sneek

[Break]
| Am | G | Am | A |

[Verse 4]
  A                      F#m                 A                       D        A
U merkt nu wel hoe het cafeetje steeds weer, van invloed is op het sociale verkeer
    G           F#         C        A         D            F#         E
Hoe hier en daargunter, ja zelfs overzee, men stuit op dit Sneekse café
    A                    F#                A
Het is onverklaarbaar en bijna occult, een feit dat de wereld met huiver vervult
  Dm                        Em           F/E             E           E7
Ikzelf kwam bijvoorbeeld in één apotheek en zag daar een dame op leeftijd
E                                                                                        E7
Die een sterke gelijkenis vertoonde met de hospita van een goede vriend uit m'n studententijd
                                      E
Die hem de huur opzegde, toen hij een tafeltje in de gang had omvergelopen
E
Waardoor een asbakje was stukgevallen, dat haar herinnerde aan een vakantie in Lugano
                                      E7
Er waren namelijk in hetzelfde hotel, twee Amsterdamse compagnons gelogeerd
                           E
En daar was ze toen mee in contact gekomen en ze heetten Sam en Moos
E
Dat doet me overigens aan een kapitale grap, (Hahahahahaha) denken, maar onze tijd is beperkt
E
En trouwens, misschien had u hem al eens gehoord, bovendien is de grap bij nader inzien niet zo erg leuk
E
Maar terzake, die twee Amsterdammers zaten in de eetzaal altijd onder een schilderij
E
Van een gezin dat aardappels eet en wat wil nu het geval, dat schilderij komt ook voor in een lied
E
Dat tussen haakjes niet eens over wandversiering gaat, maar eigenlijk over, moet u opletten
E7                           E                   Dm    Am
U raadt het nooit, over een:  Cafeetje in Sneek

[Outro]
| Am | G | Am | G |
| Am | E | A  |