G
Suzanne neemt je mee, naar een bank aan het water.
Am
Duizend schepen gaan voorbij en toch wordt `t maar niet later.
G
En je weet dat ze gek is, want daarom zit je naast haar.
Bm
En ze geeft je: Pepermuntjes.
C
Want ze geeft je graag iets tastbaars.
G
En net als je haar wilt zeggen,`ik kan jou geen liefde geven.
Am
Komt heel de stad tot leven. En hoor je meeuwen schreeuwen.
G G/C G
je hebt steeds van haar gehouden.
(Frank & Yasmine)
[Chorus]
Bm C
En je wilt wel met haar meegaan, samen naar de overkant.
G
En je moet haar wel vertrouwen.
Am G G
Want zij houdt al jouw gedachten in haar hand.
(Yasmine)
[Verse 2]
G
En Jezus was een visser, die het water zo vertrouwde.
Am
Dat Hij zomaar over zee liep, omdat Hij had leren houden.
G
Van de golven en de branding, waarin niemand kan verdrinken.
Bm C
Hij zei: "Als men blijft geloven, kan de zwaarste steen niet zinken.
G
Maar, de hemel ging pas open, toen Zijn lichaam was gebroken.
Am G
En hoe Hij heeft geleden, dat weet alleen die Visser aan het kruis.
(Frank & Yasmine)
[Chorus]
Bm C
En je wilt wel met Hem meegaan, samen naar de overkant.
G
En je moet Hem wel vertrouwen.
Am G
Want Hij houdt al jouw gedachten in Zijn hand.
[Break]
| D | C | G |
[Bridge]
G Dm
Suzanne neemt je mee, naar een bank aan het water.
E C
Je onthoudt waar ze naar kijkt, als herinnering voor later.
D Bm G
En het zonlicht lijkt wel honing, waaraan kinderen zich te goed doen.
[Chorus]
Bm C
En je wilt wel met haar meegaan, samen naar de overkant.
G
En je moet haar wel vertrouwen.
Am G
Want zij houdt al jouw gedachten in haar hand.
[Break]
| D | C | G |
[Otro]
D
En je moet haar wel vertrouwen.
C G G
Want zij houdt al jouw gedachten in haar hand.
G
Suzanne neemt je mee, Suzanne neemt je mee, Suzanne neemt je mee, neemt je mee..