| D | D | G | G |
| D | D | G |
[Verse 1]
DGEm
Nooit tevreden, nooit content en iedereen kan de boom in. (de boom in)
DG
Vol verbittering, haat en nijd, moedeloosheid is koning.
EmDGEm
Helder weer, helder hoofd, het lijkt zo lang geleden.
DAGD
En ik ben toch zo graag ontevre - den.
AGD
Oh, ik ben toch zo graag ontevre-e-e-e-den.
[Verse 2]
D7G
Heel mijn wereld, één hoop stront, dat hebt u goed geroken.
EmDG
Heel m'n leven, doffe brij, het zit in al m'n knoken.
EmDD7GEm
'k Sta hier hoog, maar ik val, gewillig naar beneden.
DAGD
En ik ben toch zo graag ontevre-e-den.
D/EAGGGG
Ja, ik ben toch zo graag ontevre-e......den....
[Break]
| D | D | G | G |
| D | D | G | G |
[Bridge]
EmA
Soms draag ik m'n steentje bij, tot gezelligheid.
Em
Maar af en toe moet ik m'n eitje.
CEmA
Nee, niet één klein eitje, maar een massa kiekens kwij-ij-ijt..
[Verse 3]
DGEm
'k Zou wel willen, maar het gaat niet, om de zon, om de zon te zien.
D/EDGEm
En ik weet, en ik weet, en ik weet, dat ik eigelijk een pak slaag verdien.
DF#mGE
Helder zicht, helder hoofd, het lijkt zo lang geleden.
DAGD
En ik ben toch zo graag ontevre-e -den.
[Outro]
AGD
Oeh, ik ben toch zo graag ontevre-e-e-den.
AGD
Ik ben toch zo graag on-on-on-ontevreden.
AGGGG
Ik ben toch zo graag onte-vre-e.........den...