C                      F            C
Onder de groene hemel, in de blauwe zon,
           F            C                 G
speelt het blikken harmonie orkest in een grote regenton
                              C
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
   F              C                 G
de lange stoet de bergen in van het circus Jeroen Bosch
      F            C            F          C
en we praten en we zingen en we lachen allemaal
          F              C               G                C
want daar achter de hoge bergen ligt het land van maas en waal


[Verse 1]
Am                     F         Am
ik loop gearmd met een kater voorop,
    F              Am            E
daarachter twee konijnen met een trechter op hun kop
   Am           E              Am              E
en dan de grote snoeshaan, die legt een glazen ei
   Am                   Dm                Am    E    Am
wanneer je 't schud dan sneeuwt het op de Egmondse abdij


[Verse 2]
Am                      F        Am
Ik reik een meisje mijn koperen hand
    F             Am            E
Dan komen er twee Moren met hun slepen in de hand
    Am              E        Am         E
Dan blaast er de fanfare ter ere van de schaar
    Am            Dm            Am     E     Am
Die trouwt met de vingerhoed ze houden van elkaar


[Chorus]
C                        F            C
Onder de purperen hemel, in de bruine zon,
           F               C                 G
speelt nog steeds het harmonie orkest in een grote regenton
                              C
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
   F              C                 G
de lange stoet de bergen in van het circus Jeroen Bosch
      F            C            F          C
en we praten en we zingen en we lachen allemaal
          F              C               G                C
want daar achter de hoge bergen ligt het land van maas en waal


[Verse 3]
Am                        F         Am
We zijn aan de koning van Spanje ontsnapt
    F               Am            E
die had ons in zijn bed en zijn provisiekast betrapt
   Am          E          Am            E
we staken alle kerken met brandewijn in brand
      Am                Dm                Am        E     Am
't is koud vuur dus het geeft niet en het komt niet in de krant


[Verse 4]
    Am                  F       Am
Het leed is geleden, de horizon schijnt
   F             Am              E
Wanneer de doden dronken zijn en Pierlala verdwijnt
    Am           E             Am           E
Dan steken we de loftrompet en ook de dikke draak
   Am             Dm               Am      E         Am
En eten 's avonds zandgebak op het feestje bij Klaas Vaak


[Chorus]
C                      F              C
Onder de gouden hemel, in de zilveren zon,
         F             C                 G
speelt altijd het harmonie orkest in een grote regenton
                              C
Daar trekt over de heuvels en door het grote bos
   F                 C                 G
de stoet voorgoed de bergen in van het circus Jeroen Bosch
      F            C            F          C
en we praten en we zingen en we lachen allemaal
          F              C               G                C
want daar achter de hoge bergen ligt het land van maas en waal