F  G   C  Dm
F  G   C  F
F  G   C  Dm
F      Dm G

C  Dm  F

[Verse 1]
C                Dm
Het is niet heel groot
F                     G         C
Maar ik heb niet meer nodig dan dit
     Dm        F     Gsus   G
De plek die ik ken
C            Dm
Hier laad ik op
F                G
M’n plaats om te rusten
   C           Dm           F   Gsus G
Ja hier kan ik zijn wie ik ben

[Chorus]
Am      G
Oh, wat is het fijn
        C        Dm
Om weer thuis te zijn
F        G             C       F
Nog veel mooier dan de mooiste reis
F       G
Ik voel het gelijk
C    Dm
De geborgenheid
F                            Dm            G            C Dm F Gsus G
Nergens zo veilig als in m’n eigen kleine stukje paradijs

C  Dm  F

[Verse 2]
C           Dm
Wat is ze groots
F              G
Haar bergen en dalen
      C      Dm          F    G
Haar land, oceanen, de lucht
   C          Dm
Ik kijk om me heen
F                 G
Ik haal heel diep adem
   C            Dm             F  G
En toch wil ik steeds weer terug

[Chorus]
Am      G
Oh, wat is het fijn
        C        Dm
Om weer thuis te zijn
F        G             C       F
Nog veel mooier dan de mooiste reis
F       G
Ik voel het gelijk
C    Dm
De herkenbaarheid
F                                  Dm           G     C Dm F G C Dm F G
Ben nergens zo gelukkig als in m’n eigen kleine stukje paradijs

[Verse 3]
C                    F
Elke keer wanneer ik wegga
         C
kijk ik even achterom
C                         Gsus
En sta ik stil bij wat er schuil gaat
                           Am
Achter het raam bij het balkon
                          F
Alles dat m’n hart zo lief is
                      C
Waar het allemaal om draait
                           G
Wat mij het beste zal omschrijven
                       Am
Als al het andere overwaait
                         F
Het gevoel dat ik hier thuishoor
                         C
Ik neem het altijd met me mee
                               G
Door wat me opwacht als ik terugkeer
                    Am
Ben ik nergens echt alleen
                           F
Ik herken de velden en de wegen
                       C
De route met m’n ogen dicht
                        G
Ik weet dat het niet ver meer is

[Bridge]
F  G   C  Dm
F  G   C  F

[Verse 4]
F         G
Wat het belangrijkst is
C          Dm
Heb ik het meest gemist
F                        Dm           G
De geur van je haren, de kleur van je ogen
    Am                    G
Die stralende lach die me steeds weer betovert
   Dm
De deur die zwaait open, daar sta je
      G           F    G  C Dm
En ik weet ik ben thuis
F      G    C Dm
Ik ben thuis

[Outro]
F           G
Oh, wat is het fijn
C            Dm
Weer bij jou te zijn
   F                               Dm           G           C   Dm  F
Ben nergens zo gelukkig als in m’n eigen kleine stukje paradijs
G                      C
M’n eigen kleine stukje
Dm                 F          G          C
Oh, wat is het fijn om weer thuis te zijn