Dm     Dm      Dm    Dm

[Verse 1]
       Dm             C              Eb                Bb
Als ik oud ben wil ik zingen, als ik oud ben, maar nog sterk,
         Db             Ab             C               F
als mijn vracht herinneringen tot stom eenvoud zijn verwerkt.
       Dm             C              Eb                Bb
Als ik oud ben wil ik zingen met een stem van cokes of grind,
        Db                 Ab                 C            C   C7
niemand vraagt meer hoe de stem klinkt van de liggengaande wind.
       F     A7       Dm
Als ik oud ben wil ik zingen.

[Verse 2]
       Dm             C               Eb               Bb
Als ik oud ben wil ik zingen, oud ben maar nog niet verrot,
      Db         Ab              C               F
zoals oude bomen zingen voor Jan Lul of voor hun god.
        Dm            C              Eb                 Bb
Ook een oude boom wil ruisen bij een briesje of bij een storm,
       Db                 Ab             C                 C   C7
ook al zit zijn kruin vol luizen, ook al zit zijn voet vol worm.
       F     A7       Dm
Als ik oud ben wil ik zingen.

[Verse 3]
       Dm             C               Eb               Bb
Als ik oud ben wil ik zingen, oud ben maar nog niet ontmand,
       Db              Ab                C           F
zingen uit een bek die proevend, van het leven is verbrand.
       Dm             C                Eb             Bb
Als ik oud ben wil ik zingen, desnoods uit de maat en schril
      Db                 Ab            C                C   C7
en ik wil geen jaar meer verder als ik niet meer zingen wil.
       F     A7       Dm
Als ik oud ben wil ik zingen.

[Verse 4]
       Dm             C              Eb                Bb
Als ik oud ben wil ik zingen, als ik oud ben maar niet zot,
       Db                Ab            C                    F
als de laatste gier zijn kringen in de lucht schrijft en ik spot:
           Dm              C                    Eb            Bb
“Kijk maar goed, jij azend wachter, ‘k heb mijn siersels weggegooid,
              Db                 Ab                C               C   C7
’t vlees werd taai, de ziel werd zachter, slechter voedsel vrat ik nooit.
       F     A7       Dm
Als ik oud ben wil ik zingen.

[Verse 5]
       Dm             C               Eb               Bb
Als ik oud ben wil ik zingen, oud ben maar nog niet verdord,
         Db                Ab               C                   F
voor een kind dat niet kan slapen, voor een kind dat vruchtbaar wordt.
        Dm           C              Eb           Bb
En voor gecastreerde katers aan wie liefde was beloofd
        Db             Ab                     C          C   C7
en voor pausen en voor paters drijvend op hun vlot van geloof.
       F     A7       Dm
Als ik oud ben wil ik zingen.

[Verse 6]
       Dm             C                Eb               Bb
Als ik oud ben wil ik zingen, oud maar liggend aan jouw zij,
       Db             Ab             C             F
na die honderdduizend dingen die een liefde maken… jij…
    Dm                  C               Eb              Bb
Jij die zingen, zingen, zingen, hebt verdragen, wat een vrouw,
            Db                     Ab                 C              C   C7
maar straks zal ik eeuwig (eeuwen) zwijgen en dat doe ik alleen voor jou.
             F     A7       Dm
Maar… als ik oud ben wil ik zingen.

[Outro]
Dm     C     Eb     Bb
Db     Ab    C      F
Dm     C     Eb     Bb ...