EmDCB7Em
In les Croix-Aux-Merles is een visser gestorven, een bloedarme visser, bruin vel over been.
EmDCB7Em
Ze vonden hem tussen z'n netten en korven, zijn laatste woord sprak hij eenzaam alleen.
GDEmB7CDG
In les Croix-Aux-Merles staan baaien vol water, vol nutteloos water, dat beukt op de rots.
EmDCAmB7Em
een vissersvrouw kreunt een Stabet Mater en de winden waaien ter ere Gods.
[Verse 2]
EmDCB7Em
Een kruis van graniet in een wei met zes koeien, de kist wordt besteld, in Benegian,
EmDCB7Em
familie verwittigd, twee broers die nog roeien, vernemen het morgen in Saint-Servants.
GDEmB7CDG
Ik zie het verdriet aan de pijnboom der vrouwen, de stilte die valt, in de visserskroeg,
EmDCAmB7Em
maar ik heb vandaag geen zin om te rouwen, daarbij, daar zijn hier oude vissers genoeg.
[Verse 3]
EmDCB7Em
Ze dragen de kist op hun hoge schouders, de meeuwen, ze janken op Cap Fréhel.
EmDCB7Em
Ik voel me ineens wel 100 jaar ouder, m'n hart is van slag en de dood m'n gezel.
GDEmB7CDG
Telt in Port-à-la-Due grijnslachend de sloepen met namen van vrouwen die geuren naar mei;
EmDCAmB7Em
ik sta vruchteloos op je naam te roepen, de meeuwen, ze janken, jij bent er niet bij.
[Verse 4]
EmDCB7Em
In Ploubalay wordt een dansfeest gehouden, een Bal Champêtre, een boers festijn,
EmDCB7Em
met boerse vissers, en boerse vrouwen, met boerse dansen en boerse wijn.
GDEmB7CDG
Ik wil je de duurste wijn betalen, de langste nacht is een eeuw te kort;
EmDCAmB7Em
van Perros-Guirec tot La Caucale zou ik zorgen dat het weer zomer wordt.
[Verse 5]
EmDCB7Em
In Sables d'Or staat je naam geschreven, in Fort La Laite en Le Val André;
EmDCB7Em
de wolken hebben hem voortgedreven tot boven de rotsen van niets-dan-zee.
GDEmB7CDG
Hij drijft naar de dood, want de dood is het leven, vandaag was het simpel, un vieux marin;
EmDCAmB7Em
maar morgen, m'n lief, ben ik uitgeschreven, begraaf me dan zacht, in het dorpje Plurien.