Gm * * * [Verse 1] Gm * De avondzon valt over straten en pleinen, * D de gouden zon zakt in de stad. * * En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, D7 Gm ze hebben de dag weer gehad. * * De neonreclame die knibbelt langs ramen, Gm7 Cm het motregent zachtjes op straat. * Gm De stad lijkt gestorven toch klinkt er muziek, D7 G * uit een deur die nog wijd open staat. [Chorus] G * * * Daar in dat kleine cafe aan de haven, * * D * Daar zijn de mensen gelijk en tevree. C * G * Daar in dat kleine cafe aan de haven, D D7 Gm * Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee. [Verse 2] Gm * De toog is van koper toch ligt er geen loper, * D de voetbalclub hangt aan de muur. * * De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox, D7 Gm een pilsje dat is (t)er niet duur. * * Een mens is daar mens, rijk of arm ‘t’is daar warm, Gm7 Cm geen monsieur of madam maar wc. * Gm Maar het glas is gespoeld in het helderste water, D7 G * ja het is daar een heel goed cafe. [Chorus] G * * * Daar in dat kleine cafe aan de haven, * * D * Daar zijn de mensen gelijk en tevree. C * G * Daar in dat kleine cafe aan de haven, D D7 Gm * Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee. [Verse 3] Gm * * De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier D opgelost voor altijd. * * Op de rand van een bierviltje staat daar je rekening, D7 Gm of je staat in het krijt. * * Het enige wat je aan eten kunt krijgen, Gm7 Cm dat is daar een hardgekookt ei. * Gm De mensen die zijn daar gelukkig gewoon, D7 G * ja de mensen die zijn daar nog blij. [Chorus] G * * * Daar in dat kleine cafe aan de haven, * * D * Daar zijn de mensen gelijk en tevree. C * G * Daar in dat kleine cafe aan de haven, D D7 G * Daar telt je geld of wie je bent niet meer mee. [Chorus] (fade out) G * * * Daar in dat kleine cafe aan de haven, * * D Daar zijn de mensen gelijk en tevree.