Dm Gm Eb Dm A Dm [Verse 1] Dm A Dm A Dm Verleden week bezocht ik voor de eerste maal mijn bovenbuur A Dm Het had te maken met lekkage naar ik meen of met de huur Gm A Dm Er hing een levensecht portretje van een cirkel aan de muur E A En hij ontpopte zich als vreemde en ascetische figuur. Dm A Dm D Die zich in leven hield met brokjes en augurken in het zuur. Gm C F ‘Het schikt me slecht, ik moet veel werk verrichten’ sprak hij overstuur. Gm A Dm ‘Ik heb al jaren een obsessie en die geeft me rust nog duur, Gm A Dm daar ik verslaafd ben aan de cirkelkwadratuur.’ [Verse 2] Dm A Dm A Dm Als men de omtrek van een cirkel, zo begon hij zijn verhaal A Dm Gaat delen door de doorsnee, uiteraard is die twee keer de straal Gm A Dm Dan komt er een quotiënt, ja mag ik even stilte in de zaal E A Vaak zegt men 22/7 maar dat is te globaal Dm A Dm D In feite is het 2πr en dat is lang niet zo banaal Gm C F Het blijkt dat π irrationeel is en daarbij transcendentaal Gm A Dm En een computer heeft het uitgerekend, is dat niet geniaal Gm A Dm Tot in de weet ik veel hoeveelste decimaal [Verse 3] Dm D Gm Ja deze pi, dat staat te lezen in de encyclopedie, C F is eeuwenoud en weteschappelijk en grieks en vol magie. A Dm Als ik zo pieker over pi spreekt u wellicht van een manie E A Maar zijn wij allen niet neuro-, fana-, roman- of mystici Dm A Dm D Een ander heeft een kolibrie, een relikwie of een fobie Gm C F Maar ik verdiep me onophoudelijk en zonder compromis Gm A Dm In dit unieke en verheven wonder der planimetrie Gm A Dm Ik zoek het antwoord op het grote raadsel π [Verse 4] Dm A Dm A Dm Na deze woorden onderbrak hij spastisch hijgend zijn gepraat A Dm En er verscheen een onrustbarend kleurenspel op zijn gelaat Gm A Dm Dus ik begon al rond te kijken naar een zuurstofapparaat E A Maar hij bedaarde en hervatte zijn verhandeling kordaat Dm A Dm D Er is een andere formule die is ook niet van de straat Gm C F De oppervlakte van een cirkel is immers πr kwadraat Gm A Dm En om de waarde van die π nu eens te zien in vol ornaat Gm A Dm Dat is wat mij als ideaal voor ogen staat [Verse 5] Dm A Dm A Dm Aldus weet ik 3, 14159265 A Dm Etcetera, etcetera, ja het heeft heel wat om het lijf Gm A Dm Zodat ik elke morgen na het opstaan eventjes verstijf E A Bij de gedachte aan de eindeloosheid van dit tijdverdrijf Dm A Dm D Waarna ik mij toch altijd weer verman en in m'n ogen wrijf Gm C F Ik grijp de rekenlineaal, maar ook wel eens de rekenschijf Gm A Dm Ik zet me neer en calculeer en schrijf en calculeer en schrijf Gm A Dm En ik zal blijven zoeken tot ik er in blijf