Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi
Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi

[Couplet 1]
    Bb
Een man ging eens uit vissen
    F
Een wormpje aan z'n haak
     F
Toen ging z'n dobber onder
    Bb
Hij sloeg en het was raak
    Bb
Hij trok met al zijn krachten
    F
Wat haalde hij er uit
    C               F
Een zeemeermin kwam boven
    C               F
Verwonderd riep hij luid

[Refrein]
Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi
Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi

[Couplet 2]
    Bb
Een vrouw van tachtig jaren
    F
Die deed een schoonheidskuur
    F
Ze wou haar lijn bewaren
    Bb
't Was pijnlijk en ook duur
    Bb
Ze ging stok-oud naar binnen
    F
Met rimpels in haar huid
    C               F
Ze kwam als bakvis buiten
    C               F
En opa brulde luid

[Refrein]
Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi
Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi

[Couplet 3]
    Bb
Een jongen en een meisje
    F
Die liepen in de wei
    F
Hij sprak vol zelfvertrouwen
    Bb
"Hou je maar vast aan mij"
    Bb
Er was een kikkerslootje
    F
Daar viel die jongen in
    C               F
Hij kwam bemodderd boven
    C               F
En zij riep: Lieveling

[Refrein]
Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi
Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi

[Couplet 4]
    Bb
Twee vrienden gingen samen
    F
Aan 't boksen voor de grap
    F
't Begon met lichte tikjes
    Bb
Daarna een harde klap
    Bb
Sportief brak men toen ribben
    F
En beet elkaar in 't oor
    C               F
Aan 't einde van de stoeipartij
    C               F
Riep het publiek in koor

[Refrein]
Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi
Bb            Eb
O, wat ben je mooi
F             Bb
O, wat ben je mooi
G             Cm
Dat heb ik in jaren niet gezien
   F7       Bb
Zo mooi, zo mooi