[Intro]
       Bb        Am        C         F
E|---|---------|---------|---------|---------|
B|---|---------|-1-------|---------|---------|
G|---|---0-1-3-|---0-0-0-|-3-1---1-|-1-------|
D|-1-|-3-------|---------|-----3---|---------|
A|---|---------|---------|---------|---------|
E|---|---------|---------|---------|---------|

[Intro]
 Bb
Weet u
    Am                           C
Ook ik ben niet compleet knettergek
       F
Ik heb HBS gehad.


[Verse 1]
    F              Bb
Ik ben een man van wetenschap
     G            F
Van feiten en zo meer
     Bb            Am
Als iets niet is bewezen
    C
Geloof ik het niet zo zeer
         F               Bb
Als men glashard aan kan tonen
 G            F
Dat ik me vergis
    Bb           Am
Pas dan zal ik geloven
    C              F
Dat er geen hemel is.


[Verse 2]
    F         Bb
Ik zat in een TV program
      G                 F
Een soort van kruisverhoor
      Bb                 Am
Men vroeg mij daar: "Zeg Herman
     C
Één ding heb ik niet goed door
    F
Je hebt toch HBS gehad?
    G              F
Dat is geen kattenpis
    Bb           Am
Hoe kun je dan geloven
    C             F
Dat er een hemel is?"


[Verse 3]
    F         Bb
Ik zat in een TV program
    G               F
En ging nog verder mis
    Bb              Am
Er werd me haarfijn uitgelegd
 C
Hoe ik me vergis:
     F
"De hemel is iets achterhaalds
    G                F
Er wacht ons boven niets
   Bb             Am
De hemel wees nou eerlijk
    C              F
Is een verzonnen iets."


[Interlude]
***spoken while playing F chord***
F
"Verzonnen?", dacht ik "Jaja"


[Verse 4]
          F             Bb
"Maar de veertigste van Mozart
       G                 F
En de liedjes van Sjaak Brel
 Bb              Am
Zijn ook ooit verzonnen", zei ik
  C
"Toch bestaan ze wel"
 F
Iets kan zijn verzonnen en
 G                  F
Daardoor juist bestaan
     Bb               Am
Dat soms iets niet verzonnen is
  C               F
Neemt men zomaar aan.


[Verse 5]
      F             Bb
Mijn lied is ook verzonnen
    G                F
En hoor hoe het bestaat:
    Bb               Am
Ik zing het graag omdat
            C           F
Daarmee de hemel open gaat.


[Bridge]
         F          Bb
Dus daarboven in de hemel
      G            F
Zien wij elkander weer
      Bb               C
Daar drinken wij een glaasje
    G           C
Met onze lieve Heer.
     F               Bb
Ook hij die nooit geloofde
      G                 F
Heft daar met ons het glas
   Bb                  Am
En kan dan maar niet geloven
         C             F
Dat hij ooit op aarde was.


[Verse 6]
         F          Bb
Dus daarboven in de hemel
      G             F
Zien wij elkander weer
      Bb           Am
Daar maakt Andries Knevel
 C
Ruzie met de Heer!
    F                  Bb
"Zoals 't der hier aan toegaat",
            G                  F
Zegt ie, "strook niet met de leer"
       Bb
"Dat klopt", zegt God
     Am               C                F
"En daarom heerst er hier zo'n fijne sfeer"


[Verse 7]
         F          Bb
Dus daarboven in de hemel
      G            F
Zien wij elkander weer
      Bb               Am
Daar drinken wij een glaasje
    C
Met onze lieve Heer.
     F               Bb
Ook hij die nooit geloofde
      G                 F
Heft daar met ons het glas
   Bb                  Am
En kan dan maar niet geloven
     C                 F
Dat hij ooit op aarde was.


[Outro]
         F          Bb      G  F
Dus daarboven in de hemel...
Bb  Am  C  C
F   Bb  G  F
Bb  Am  C  F
(Fade out)