D Em
Oh kleine jodeljongen
A D
Jij heb voor mij gezongen.
D A
En jou liedje was mij in gedachten
A D
En de bergen met hun wond're nachten.
D Em
Oh 't is alsof m'n oren
A D
Zacht zilv'ren klokjes horen.
G
Die jou jub'lend door het dal
D
De lente brengen overal.
A D
Liedje en het wondere melodietje
A
Uit het land der bergen bied je
D
Al die pracht van het heelal.
[Verse]
A D
Kleine jodeljongen waarom zing je niet?
D A
Zeg mij toch eens waarom jij het dal verliet?
A D
Lonken jou de lichten van de stad zo aan?
A D
Ben je daarom uit je dorp gegaan?
[Chorus]
D Em
Oh kleine jodeljongen
A D
Jij heb voor mij gezongen.
D A
En jou liedje was mij in gedachten
A D
En de bergen met hun wond're nachten.
D Em
Oh 't is alsof m'n oren
A D
Zacht zilv'ren klokjes horen.
G
Die jou jub'lend door het dal
D
De lente brengen overal.
A D
Liedje en het wondere melodietje
D A
Uit het land der bergen bied je
A D
Al die pracht van het heelal.
[Key change +1 to D#]
[Chorus]
D# Fm
Oh kleine jodeljongen
A# D#
Jij heb voor mij gezongen.
D# A#
En jou liedje was mij in gedachten
A# D#
En de bergen met hun wond're nachten.
D# Fm
Oh 't is alsof m'n oren
A# D#
Zacht zilv'ren klokjes horen.
G#
Die jou jub'lend door het dal
D#
De lente brengen overal.
A# D#
Liedje en het wondere melodietje
D# A#
Uit het land der bergen bied je
A# D#
Al die pracht van het heelal.