Ab F Bb - 't Oude moedertje zat bevend Eb Ab Op het telegraafkantoor F Bb Vriendelijk sprak de ambtenaar "Juffrouw, Eb Ab Aanstonds geeft Bandoeng gehoor" Eb Trillend op haar stramme benen Bb C Greep ze naar de microfoon Fm Eb En toen hoorde zij oh wonder Gm Eb Ebm Eb Zacht de stem van hare zoon. [Chorus] Fm Bbm Eb "Hallo Bandoeng? Ja moeder hier ben ik" Ab Eb Db - "Dag liefste jongen" zegt ze met een snik Bbm Ab F "Hallo hallo! hoe gaat het ouwe vrouw?" Ab Ebm Ab Dan zegt ze alleen "Ik verlang zo erg naar jou." [Verse 2] Ab F Bb - "Jongen lief" vraagt ze "hoe gaat het Eb Ab Met je kleine bruine vrouw?" F Bb "Best hoor" zegt ie "en we spreken Eb Ab Elke dag hier over jou. Eb En de kleuters zeggen ’s avonds Bb C Voor het slapen gaan een gebed Fm Eb Voor hun onbekende opoe Gm Eb Ebm Eb met een kus op jouw portret." [Chorus] Fm Bbm Eb "Hallo Bandoeng? Ja moeder hier ben ik" Ab Eb Db - "Dag liefste jongen" zegt ze met een snik Bbm Ab F "Hallo hallo! hoe gaat het ouwe vrouw?" Ab Ebm Ab Dan zegt ze alleen "Ik verlang zo erg naar jou." [Verse 3] Ab F Bb - "Wacht eens moeder" zegt hij lachend Eb Ab "Ik bracht mijn jongste zoontje mee" F Bb Even later hoort ze duidelijk: Eb Ab "Opoe lief, tabé, tabé" Eb Maar dan wordt het haar te machtig Bb C Zachtjes fluistert ze "O Heer Fm Eb Dank dat ik dat heb mogen horen" Gm Eb Ebm Eb En dan valt ze wenend neer. [Chorus] Fm Bbm Eb "Hallo Bandoeng? Ja moeder hier ben ik" Ab Eb Db - Ze antwoordt niet, hij hoort alleen een snik Bbm Ab F "Hallo! Hallo!" klinkt over verre zee Fm Ab Fm Ab Zij is niet meer en het kindje roept : tabé