Je kwam tot mij, in de donkere nacht
Van de ziel, van het denken, van het vlees
Ik voelde het branden van je handen
Door mijn huid, door mijn lust, de roep van de waanzin
Waar het koud was, waar het leeg was
Waar mijn hart van kilte versteend was
Ontvlamde, diep in mij, het hellevuur
Van mijn de liefde, van de spiraal van obsessie
Jij bent mijn vloek, jij bent mijn minnaar
Jij bent de vlammen die mij verblinden
Ik wil je, voor altijd deel van mij
Ik wil je heidense bloed, ik wil je verslinden!
Ik wilde jou, je chaos en kwaad
Wilde je kracht, wilde je haat, wilde je wanen
Wilde het hoe je me strafte, zonder genade
Wilde je zickte, wilde mijn wanhoop en tranen
De waanzin roept mijn naam, als de dolk is geslepen
En tot ik verdwijn, zullen wij voor altijd één zijn
De demonen verdwijnen mit je ogen
Als het einde je raakt, zo zacht en stil maakt
Jouw schoonheid, helder glanzend in het rood
Jouw lichaam, het mooiste aanzieht van de dood!
Viniste a mí, en la noche oscura
Del alma, de la mente, de la carne
Sentí el ardor de tus manos
A través de mi piel, a través de mi lujuria, el llamado de la locura
Donde hacía frío, donde estaba vacío
Donde mi corazón estaba congelado con frialdad
El fuego del infierno se encendió en lo más profundo de mí
De mi amor, de la espiral de la obsesión
Eres mi maldición, eres mi amante
Eres las llamas que me ciegan
Te quiero, parte de mí para siempre
¡Quiero tu sangre pagana, quiero devorarte!
Te quería a ti, tu caos y maldad
¿Querías poder, querías odio, querías delirios?
Lo quería como me castigaste, sin piedad
Quería que estuvieras enfermo, quería mi desesperación y mis lágrimas
La locura llama mi nombre, cuando se afila el puñal
Y hasta que desaparezca, seremos uno para siempre
Los demonios desaparecen con tus ojos
Cuando el final te toca, te vuelve tan suave y silencioso
Tu belleza, brillando intensamente en rojo
Tu cuerpo, la vista más hermosa... ¡de la muerte!