D G D Halen het grootzeil omhoog D G A Halen de fok en de kluiver D G D Halen en vaar voor de wind D G A D En laat 'r door het water stuiven. G A Stormt het uit noord of uit west G D Weet wat je dan doet, m'n maatje G A Blijf uit de Stortemelk weg G D A D en kom maar door het Fransche Gaatje. [Interlude] | D | G | D | | D | G | A | | D | G | D | | D | G | N.C. | [Verse 1] D D Daar woonde eens op Vlieland-Oost A D een oude zeekaptein. G D Die had een beeldschoon dochtertje D A haar naam was Marjolein. G D Ze nam als vrijer een student, D E A 't was niet haar vaders wil. D Een jongen die een botter had A D en een touwtje aan z'n bril. [Chorus] D G D Halen het grootzeil omhoog D G A Halen de fok en de kluiver D G D Halen en vaar voor de wind D G A D En laat 'r door het water stuiven. [Interlude] | D | G | D | | D | G | A | | D | G | D | | D | G | N.C. | [Verse 2] D Haar vader die bewaakte haar A D ze kwam de deur niet uit. G D Hij zei: "Je hebt niks aan zo'n knul A met zo'n ouwe lekke schuit. G D Het kan ook helemaal geen kwaad E A als je nog een jaartje wacht. D Wie weet komt er een rijke man A D met een polyester jacht." [Chorus] D G D Halen het grootzeil omhoog D G A Halen de fok en de kluiver D G D Halen en vaar voor de wind D G A D En laat 'r door het water stuiven. [Interlude] | D | G | D | | D | G | A | | D | G | D | | D | G | N.C. | [Verse 3] D Op zekere dag, 't was windkracht acht A D moest vader naar de wal. G D Hij dacht: "Met deze hoge zee A vaart die knul in geen geval. G D Op 't eiland zit mijn dochter goed, E A zo blijft ze wel alleen. D Maar de botter kwam op zijn gemak A D door het Fransche Gaatje heen." [Chorus] D G D Halen het grootzeil omhoog D G A Halen de fok en de kluiver D G D Halen en vaar voor de wind D G A D En laat 'r door het water stuiven. G A Stormt het uit noord of uit west G D Weet wat je dan doet, m'n maatje G A Blijf uit de Stortemelk weg G D A D en kom maar door het Fransche Gaatje. [Interlude] | D | G | D | | D | G | A | | D | G | D | | D | G | N.C. | [Verse 4] D De wachter op het Vuurboetsduin A D was de enige die het wist G D en Keesje Koning hoorde het A op zijn beurt van Jaap List. G D Want Vlieland is een eiland E A dus het raakte gauw bekend: D De dochter van de kapitein G D heeft gevrijd met haar student. [Chorus] D G D Halen het grootzeil omhoog D G A Halen de fok en de kluiver D G D Halen en vaar voor de wind D G A D En laat 'r door het water stuiven. G A Stormt het uit noord of uit west G D Weet wat je dan doet, m'n maatje G A Blijf uit de Stortemelk weg G D A D en kom maar door het Fransche Gaatje. [Interlude] | D | G | D | | D | G | A | | D | G | D | | D | G | N.C. | [Outro] D G D Halen het grootzeil omhoog D G A Halen de fok en de kluiver D G D Halen en vaar voor de wind D G A D En laat 'r door het water stuiven.