| C G | Am G | C F | C |

[Verse 1]
  C                   G
Ik zou wel eens willen weten.
    C          F         Dm
Waarom zijn de bergen zo hoog?
G      F         G             C
 Misschien om de sneeuw te vergaren.
F       D           F         Am
 Of het dal voor de kou te bewaren.
Dm     C                                    F             Fm
 Of misschien als een veilige stut, voor de hemelboog.
C     Am   F       G             C    C    C    C
Daarom,    zijn de bergen zo hoog.

[Verse 2]
C              G        Am    G
 Ik zou wel eens willen weten.
    C          F        Dm
Waarom zijn de zeeën zo diep?
G      F             G                  C   F
 Misschien tot het geluk, van de vissen.
F        G        F              Am
 Die het water zo slecht, kunnen missen.
F       C        F           C            F            Fm
 Of tot meerdere glorie, van wat ook de wereld schiep.
C     Am   F       G        C       C    C    C
Daarom,    zijn de zeeën zo diep.

[Verse 3}
C               G            Am
 Ik zou wel eens willen weten.
G    C          F            Dm
 Waarom zijn de wolken zo snel?
G      F               G              C
 Misschien dat het een les aan de mens is.
F        C           F      Am
 Die hem leert hoe fictief, een grens is.
Fm      C            F           C           F                   F    Fm
  Of misschien is er ook maar eenvoudig, een engel in 't spel.
C     Am   F            G       C    C    C    C    C
Daarom,    zijn de wolken zo snel.

[Verse 4]
C             G       D    Am
Ik zou wel eens willen weten.
G    C           F              Dm  G
 Waarom, zijn de mensen zo moe?
      F            G          C       F
Misschien door hun jachten en jagen.
         Bm  Gdim     E7        Am    Fm    Fm    Fm
Of misschien door hun 10 000 vragen.
      C          F         C           F
En ze zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe.
C     Am   F       G         C    C    C
Daarom,    zijn de mensen zo moe.

[Otro]
C     Am  F       G         C    C
Daarom,   zijn de mensen zo moe.
C   Am  F       G          C    C    C    C
Daarom, zijn de mensen....
C
Mensen..