G D7
Ik loop door de Adriaan van ostadelaan.
D7 G
En vraag me af wat heeft die Adriaan gedaan.
C
Dat hij hier met zijn naam op een bord kwam te staan.
D7 G D7
In de Adriaan van ostadelaan. Yeah!
[Verse]
G D7
En dan komt het Jozef Israí«l plein.
D7 G
En ik vraag we af wie zou die Israí«l zijn.
C
Dat hij zomaar hier in Holland een plein staat te zijn.
D7
En zou er ook in Israí«l een Jozef Holland Plein zijn?
[Chorus]
C
Wie moet je zijn?
G
Hé wat moet je doen?
C G
Voor je naam op een straat of een plein of een plantsoen?
C
Hoe groot moet je zijn?
G
Hoe dood moet je zijn?
D7
Voordat je naam op een straatnaambordje komt te staan?
Whoepiedoepie
[Verse]
G D7
En dan komt de Peerke Donderslaan.
G
Ik blijf verwonderd onder het Peerkedonderbordje staan.
C
Nou ja, waarschijnlijk heeft die donder nooit een flikker gedaan.
D7
Je zou hem toch met zijn eigen bordje voor zijn Peerkedonder slaan.
[Chorus]
C
Wie moet je zijn?
G
Hé wat moet je doen?
C G
Voor je naam op een straat of een plein of een plantsoen?
C
Hoe groot moet je zijn?
G
Hoe dood moet je zijn?
D7
Voordat je naam op een straatnaambordje komt te staan?
[Verse]
G D7
En dan komt de monsieur Bekkerslaan.
Nou ja, zeg nooit wat van gehoord,
G
Al heeft hij vast wel iets gedaan.
C
Nou ja, die monsieur die heeft nou er wel lang gestaan.
D7
Hé het spijt me voor je Bekkers, maar je bordje gaat eraan...
C
Ik klim omhoog in de lantaarnpaal...
G
En fluit terwijl ik een streepje door de B heen haal.
C
Dan met een viltstift een J-tje en het werk is gedaan........
D7
En hé hup daar hangt de Monsieur Jekkerslaan.
[Chorus]
C
Zo moet je dat doen!
G
zo moet je zijn!
C G
En daar hoef je geen beroemde dooie schilder voor te zijn!
C
Geen Jean Paul Sartre,
G
Geen Simone de Beauvoir.
D7
Alleen je naam kunnen schrijven en genieten maar...
[Verse]
G D7
Ik loop door de Monsieur Jekkerslaan.
G
En ik zie overal Monsieur Jekkers staan.
C
En ik roep midden op het Monsieur Jekkersplein:
D7
Het is te gek, om Harry Jekkers te zijn!!!!!!!!!!!!!