C          C

[Verse 1]
    C                       Am
Een luie zondagochtend, jij met koffie en de krant en
F                          C
ik die zit te kijken en de toast verbrand.
    C                             Am
Wij samen in een park, je ligt te slapen in het gras,
F                           C
bleek, stil, alsof je Sneeuwwitje zelf was.

[Chorus]
C                 Am                    F          C
Whoo, denkend aan jou, alsmaar weer aan jou, in de stilte na de storm.

[Interlude]
C        Am        F        C

[Verse 2]
C                                Am
Maar je wilde meer, je sprak van veiligheid en rust, van
F                             C
iemand voor altijd, die onvoorwaardelijk troost en sust.
           C                                Am
Je wou een man die er zou staan, die je zou dragen door je pijn en
F                          C
hoe ik ook probeerde , die man kon ik niet zijn.

[Chorus]
C                 Am                    F          C
Whoo, denkend aan jou, alsmaar weer aan jou, in de stilte na de storm.

[Chorus]
C                     Am                                 F         C
Whoo, onder een hemel grijs en grauw en alsmaar meer aan jou in de stilte na de storm.

[Interlude]
C        Am        F        C
C        Am        F        C
C        Am        F        C
C        Am        F        C

C        Am        F        C

[Verse 3]
C                      Am
Koffie - cognac op een bijna leeg terras, er hangt
F                                C N.C.
regen in de lucht, ik wou dat je bij me was.

[End-Chorus]
C                 Am                    F          C
Whoo, denkend aan jou, alsmaar weer aan jou, in de stilte na de storm, ...

[Otro]
        F                  C                   C        C      C       C
alsmaar meer aan jou in de stilte na de storm ...