G    D     G     D

[Verse 1]
           G              D/F#          Em    Em            C         C             G      D
Er was een tijd dat wij elkaar nog niet kenden, dat jij een meisje en ik een jongen was,
           G        D/F#          Em  Em            A7      A7            D      D  N.C.
eentje aan weerszij van die bonte bende die liep te stoeien door het zomergras.

[Chorus]
            C               D                  G     G             B7              B7           Em    G7
Maar op een dag volgden wij bei dezelfde witte vlinder, telden wij bei de blaadjes van dezelfde bloem,
          C             B7              Em     C N.C.         G        D              G       D
sindsdien stoeit er aan weerszij eentje minder en het is sindsdien dat ik je voornaam noem,
               Em       C              G     D    G    D
en het is sindsdien dat ik je voornaam noem.

[Verse 2]
            G              D/F#       Em    Em             C         C              G      D
Er kwam een tijd dat wij elkaar beter kenden, dat jij mijn meisje en ik jouw jongen was;
            G        D/F#          Em  Em            A7                A7            D      D N.C.
we zwierven blij van Lommel tot Oostende en voor het eerst dronken wij uit hetzelfde glas.

[Chorus]
        C               D                  G     G             B7              B7           Em    G7
En elke dag volgden wij bei dezelfde witte vlinder, telden wij bei de blaadjes van dezelfde bloem,
           C       B7              Em   C N.C.           G        D             G       D
wij werden stil en stoeiden almaar minder en het is sindsdien dat ik je liefste noem,
               Em       C              G     D    G    D
en het is sindsdien dat ik je voornaam noem.

[Verse 3]
            G              D/F#         Em    Em             C        C           G      D
Er kwam een tijd dat wij elkaar zo goed kenden, dat wij geen uur meer weken van elkaar,
             G        D/F#              Em  Em          A7          A7          D      D N.C.
waarbij zich d'een zo goed aan de ander wende dat wij elkaar verstaan met een gebaar.

[Chorus]
        C               D                  G     G             B7              B7           Em    G7
En elke dag volgden wij nog dezelfde witte vlinder, telden wij nog de blaadjes van dezelfde bloem,
           C        B7             Em   C N.C.         G       D               G       D
ik hou van jou veel meer al zeg ik minder, al droom ik meer je naam dan ik hem noem,
               Em       C              G     D    G    D
en het is sindsdien dat ik je voornaam noem.

[Verse 4]
           G        D/F#                Em    Em              C        C             G      D
En komt de tijd dat één het gelaat moet wenden naar het ander land waarvan geen wederkeert;
          G        D/F#            Em  Em     A7                 A7         D      D N.C.
hij zegge daar hoe goed wij elkaar kenden, ik wed: men laat zo'n liefde ongedeerd.

[Chorus]
          C             D                   G     G            B7               B7           Em    G7
En op een dag volgen we weer dezelfde witte vlinder, tellen we weer de blaadjes van dezelfde bloem;
            C         B7                 Em   C N.C.       G        D              G       D
als jij bij mij bent, vrees ik het einde minder, het is zo goed als ik je voornaam noem,
          Em       C              G      G
het is zo goed als ik je voornaam noem.