Am Em
Am Em
[Verse 1]
Am C
Ik was klein en ons tuintje was de wereld,
Dm G C E
Een zandbak met een schutting eromheen.
Am Dm
Wat erachter was, dat mocht ik zelf verzinnen:
G C E
Een grote tuin vol bloemen en een zon die altijd scheen.
[Verse 2]
Am Dm
En dat bleef zo al ontdekte ik ook later,
G C E
Dat er niets was dan wat onkruid en wat puin.
Am Dm
Want de werkelijkheid heeft immers niets te maken,
G C E
Met die zelfbedachte echte bloementuin.
[Chorus 1]
A F#m
Van de wereld was die schutting wel ’t einde,
A F#m
Van mijn eigen wereld was hij het begin.
Bm E
En daar bleef ik in geloven,
D E Am Em
Tegen beter weten in.
[Interlude]
Am Em
[Verse 3]
Am C
Op het lyceum zat ik jarenlang gevangen,
Dm G C E
Als een vreemde vage vlinder in de klas.
Am Dm
In mijn dagboek schreef ik wilde toekomstdromen,
G C E
Want na het eindexamen begon het leven pas.
[Verse 4]
Am Dm
En al liep ik later eenzaam vele blauwtjes,
G C E
Ergens op een koude kamer in de stad.
Am Dm
Ik wist zeker: morgen zou 't echt beginnen,
G C E
Het grootse leven dat ik voor me had.
[Chorus 2]
A F#m
Het van vroeger was vandaag altijd ’t einde,
A F#m
Van iets beters en iets nieuws steeds het begin.
Bm E
En daar bleef ik in geloven,
D E Am Em
Tegen beter weten in.
[Interlude]
Am Em
[Verse 5]
Am C
En zo kwam ik steeds bij weer een nieuwe schutting,
Dm G C E
Met daarachter weer een ander paradijs.
Am Dm
En steeds bleek dat weer een veld vol distels,
G C E
En zo werd ik langzaam ouder en heel erg langzaam wijs.
[Verse 6]
Am Dm
Maar al ben ik dan toch wat men noemt volwassen,
G C E
En schuttingen, daar kijk ik overheen.
Am Dm
Wanneer ze zeggen: eens wordt alles anders,
G C E
En eens dan worden alle mensen een.
[Chorus 3]
A F#m
En er is geen einde aan het laatste einde,
A F#m
Er is alleen een eeuwig nieuw begin.
Bm E
Dat zal ik dan onmiddellijk geloven,
D E Am
Tegen beter weten in.
[Otro]
A F#m
En er is geen einde aan het laatste einde,
A F#m
Er is alleen een eeuwig nieuw begin.
Bm E
Dat zal ik altijd wel geloven,
D E A D E A
Tegen beter weten in.