G
[Couplet 1]
G
Geen traan in de broeiende brandende ogen
Em
maar wel is hun mond bars en grimmig gebogen
D
Wij weven de lijkwaden der maatschappij
F
een driedubbele vloek ingeweven erbij
[Refrein]
C G
Wij weven, wij weven
G
[Couplet 2]
G
Een vloek naar die God met zijn potdove oren
Em
die nooit ons naieve gebed schijnt te horen
D
Vergeefs ons geduld, onze hoop op die god
F
hij heeft ons belazerd, versierd en bedot
[Refrein]
C G
Wij weven, wij weven
G
[Couplet 3]
G
Een vloek naar de koning, die vorst der gegoeden
Em
hem is onze ellende een zorg in gemoede
D
Je laatste drie stuivers afpersen als het kon
F
en dan maar als slachtvee voor het vuurpeloton
[Refrein]
C G
Wij weven, wij weven
C
G
[Couplet 3
G
Een vloek naar het vaderland, als het zo mag heten
Em
waar leugen en bedrog zich als schimmel invreten
D
waar iedere bloem wordt geknakt voor zijn tijd
F
't is rottende drek waar een worm in gedijt
[Refrein]
C D
Wij weven, wij weven
G