Am C Am Esus4 Am C Am Esus4
Wanneer in de morgen de zon weer schijnt en langzaam de nevel van het land verdwijnt,
Am C Am Esus4 Am C Am Esus4
als over het water het zonlicht strijkt, de aarde nog donker bevroren lijkt,
E E C C
dan hoor ik nog altijd zacht zijn stem in de wind.
D D G E G E
Zijn hoefslag ging door de nacht: de wilde jager.
[Interlude]
Am Esus4 x2
[Verse 2]
Am C Am Esus4 Am C Am Esus4
Als brandend de zon aan de hemel staat en tegen de duinen de branding slaat,
Am C Am Esus4 Am C Am Esus4
als boven de wereld een wolkenvloot de boeg door onzichtbare golven stoot,
E E C C
dan zie ik weer in de lucht zijn hamer van vuur
D D G E G E
waarvoor ieder leven vlucht: de wilde jager.
[Solo]
E
[Interlude]
Am Esus4 x2
[Verse 3]
Am C Am Esus4 Am C Am Esus4
Als 's avonds de zon alles koper kleurt en achter de duinen het weiland geurt,
Am C Am Esus4 Am C Am Esus4
dan weet ik dat nu heel de wereld wacht, hij komt altijd weer, hij komt iedere nacht.
E E C C
Dan weet ik: eens op een keer neemt hij mij mee.
D D G E G E
Die hij haalt, keert nimmer weer: de wilde jager.
[Solo]
E
[Interlude]
Am Esus4 x2
[Verse 4]
Am C Am Esus4 Am C Am Esus4
Maar 's morgens, als toch weer de zon verschijnt en langzaam de schaduw van de nacht verdwijnt,
Am C Am Esus4 Am C
dan weet ik: er komt weer een nieuwe dag en vergeet ik de nacht.