INTRO
Am
VERSE 1
Am
Je kunt desnoods wel zonder geld
Bb
al is dat voor je maag niet fijn
GC
Nog erger als een vrouw je kwelt,
AmE
want dan doet ook je hart nog pijn
AmE
Ik weet het kan verschrikkelijk zijn
Am
Liefst heb ik een vriend met wie ik alras
Bb
langdurig zeuren kan hoe het was
GC
en ik heb troost in mijn verdriet
F
Mijn makkers, schenk me nog een glas,
EAm
want zonder vrienden kan ik niet
VERSE 2
Am
Raar is het leven toch, ik hou
Bb
al niet zo veel van alcohol,
GC
maar uitgerekend om een vrouw
AmE
sla ik naar binnen tot ik vol
AmE
en snikkend van de bittere lol
Am
subiet in slaap val in een stoel
Bb
Daar vindt een vriend mij, ruimt mijn boel
GC
Ik wankel, prevel vals een lied
F
omdat ik me toch gelukkig voel,
EAm
want zonder vrienden kan ik niet
VERSE 3
Am
Bedrogen ben ik vaker wel,
Bb
ook heb ik meer een vrouw bemind
GC
Uit ging het steeds, maar aan die hel
AmE
denkt toch geen mens als het begint,
AmE
een man blijft toch altijd een kind
Am
Wie droomt niet van het paradijs,
Bb
ineens wordt niemand oud en wijs
GC
Je krijgt voor vreugde vaak verdriet,
F
niet over rozen gaat de reis,
EAm
maar zonder vrienden kan ik niet.
VERSE 4
Am
Laat mij maar schuiven, want ik red
Bb
er toch nog altijd wel iets van
GC
Nu prince, verhoor dan dit gebed,
AmE
neem alles als het niet anders kan,
AmE
alleen mijn vrienden, laat die dan
Am
Er blijft mij anders niets, o Heer,
Bb
rampzaliger kan toch niet meer
GC
Terwijl u mij in tranen ziet,
F
zweer ik desnoods: ik drink niet meer
EAm
Maar zonder vrienden kan ik niet