| D | G | A | D G |
| D A |
[Verse 1]
D
Een lange laan, een vredig huis,
G D
een tuin, met rode rozen eromheen.
D
Twee mensen bouwden aan een huis, hun nest.
G D
Ook met de buren, geen probleem.
[Verse 2]
G
Tot op een dag, een zomerdag.
D
Zijn wagen gierend van de oprit reed.
A
Ja, hij verdween en zij alleen.
D
Ik zag haar staan, hoe zij haar pijn verbeet.
[Chorus 1]
G
Wat een goed jaar, voor de rozen.
A D
Wie weet wat brengt hen dat nog bij?
Em
Ooit hadden zij elkaar gekozen.
A D
Is dat nu voorgoed voorbij?
[Chorus 2]
Em D G
Laat de geur van al die rozen.
A G D
Toch hun tweede adem zij-ijn.
Em
Zodat er hoop in't leven blijft.
A D G D A
't Wordt weer een goed jaar, voor de ro-zen..
[Break]
| D | D | D | D |
[Verse 3]
D
Ze vertelde haar verhalen en de hoop,
G D
bleek niet voor niets de moeite waard.
D
Want ze zijn beginnen praten.
G D
In hun hart ontdekten zij: Een nieuwe taal.
[Verse 4]
G
't Is de taal van meer begrijpen.
D
Van "water bij de wijn" heel goed verstaan.
A
Dat er geen rozen zonder doornen zijn.
D
Geen liefde zonder ooit, wat ups en downs.
[Chorus 1]
G
Wat een goed jaar, voor de rozen.
A D
Wie weet wat brengt hen dat nog bij?
Em
Ooit hadden zij elkaar gekozen.
A D
Is dat nu voorgoed voorbij?
[Chorus 2]
Em G
Laat de geur van al die rozen.
A G D
Toch hun tweede adem zij-ijn.
Em
Zodat er hoop in't leven blijft.
A D
't Wordt weer een goed jaar, voor de ro-zen.
[Otro]
Em
En dat de zon opnieuw verschijnt.
A D G D
't Wordt weer een goed jaar voor de ro-zen...