Am
[Verse 1]
Dm7 E Am Dm7 G C
Er is geen mooi seizoen om in te sterven, de lente is te lief en veel te groen,
F G C E Am Dm E7 Am
en zomerpret mag je ook niet beder - ven door onverwacht je ogen toe te doen.
Dm7 E7 Am Dm7 G C
Het najaar met zijn geuren en zijn kleuren is hooguit wat geschikt voor de poëet
F G C E Am Dm7 E Am
die zijn omgeving nog wat op wil fleu - ren omdat hij denkt dat hij het zoveel beter weet.
[Chorus]
F G C Dm E7 A
Er is geen mooi seizoen om in te sterven, geen hemelblauw genoeg om dood te gaan
Dm7 G C E7 Am Dm7 E7 Am Am Am Am
en al zeggen ze dat wij hun hemel er - ven, ik maak mijn hemel zelf in dit bestaan.
[Verse 2]
Dm7 E Am Dm7 G C
Er is geen vaderland om voor te sterven, geen vaderland is mij een oorlog waard.
F G C E Am Dm E7 Am
Ik wil postuum geen dwaze roem verwer- ven als onbekend soldaat, zelfs niet te paard.
Dm7 E7 Am Dm7 G C
Ik wil ook voor dit Vlaanderen niet meer vechten, het eindigt steeds in twist en broedermoord.
F G C E Am Dm7 E Am
Wij lusten elkaar rauw voor eigen rechten want trouw is een al lang vergeten woord.
[Chorus]
F G C Dm E7 A
Er is geen vaderland om voor te sterven, geen land té mooi om er voor dood te gaan
Dm7 G C E7 Am Dm7 E7 Am Am Am Am
en al zeggen ze dat wij hun hemel er - ven: ik maak mijn hemel zelf in dit bestaan.
[Verse 3]
Dm7 E Am Dm7 G C
Er is geen ideaal om voor te sterven, elk ideaal wordt nu gemediatiseerd,
F G C E Am Dm E7 Am
want als je doden op je scherm ziet sterven, dan is dat ideaal gesubsidieerd.
Dm7 E7 Am Dm7 G C
Ze hebben altijd rampen in reserve want ’t zal wel altijd ergens oorlog zijn,
F G C E Am Dm7 E Am
regens van vuur en heel de boel aan scherven, maar na regen, zegt men, komt toch zonneschijn.
[Chorus]
F G C Dm E7 A
Er is geen ideaal om voor te sterven, geen ideaal zó mooi om er voor dood te gaan
Dm7 G C E7 Am Dm7 E7 Am Am Am Am
en al zeggen ze dat wij hun hemel er - ven, ik maak mijn hemel zelf in dit bestaan.
[Verse 4]
Dm7 E Am Dm7 G C
Misschien is er tóch wat om voor te leven: wie niet te veel verwacht zijn kans vergroot
F G C E Am Dm E7 Am
als je het kind in je kan laten zwe-ven is er misschien tóch leven “voor” de dood.
Dm7 E7 Am Dm7 G C
Laat mij maar lopen door de groene grassen, ik was zó graag ’n kind en zó graag klein.
F G C E Am Dm7 E Am
Mijn onschuld ben ik kwijt, ‘k liet me verras-sen maar Le Petit Prince zou ‘k toch nog even willen zijn.
[Chorus]
F G C Dm E7 A
Er is altijd een kind om voor te leven dat nóg verwonderd is, gelooft en hoopt,
Dm7 G C E7 Am Dm7 E7 Am
er is altijd een kind om voor te le - ven en dat zijn ziel voor geen bord linzensoep verkoopt.